Opinion

Probeert de universiteitsraad zichzelf te reanimeren?

(De auteur is lid van de universiteitsraad voor personeelspartij Demokratisch Beleid) ‘Afscheid blijkt moeilijk voor universiteitsraad’, aldus een opiniestuk twee weken geleden. Voor ‘de lezer die van niets weet’ daarop een reactie.

br />

Hoewel het in de kop van dit verhaal gestelde op zichzelf een bewonderenswaardige prestatie zou zijn, denkt R. Meijer daar toch anders over. Uit zijn opiniestuk in Delta nr. 18 blijkt overduidelijk dat de u-raad nodig moet worden geruimd. In één moeite door worden door hem twee missers gesignaleerd: de personeelspartijen willen maar niet begrijpen dat hun tijd voorbij is, en de u-raad loopt het college van bestuur in de slotfase van z’n bestaan kleinzielig voor de voeten.

Naast deze objectieve berichtgeving van Delta wil ik als een der u-raadsleden graag mijn subjectieve visie geven. Volgens Meijer hebben de huidige personeelspartijen niets te zoeken in de nieuwe OR-structuur; we worden zelfs vergeleken met ,,achterhaalde en vermoeide communisten”. Over dit punt zal ik kort zijn. Degenen die doorgaan zullen dat de kiezers wel uitleggen (Demokratisch Beleid heeft dat inmiddels reeds gedaan). Slagen ze daarin onvoldoende dan is het boeiende van democratische verkiezingen dat de kiezers straks zelf hun oordeel kunnen geven.
Conflict

Maar nu over het conflict tussen u-raad en cvb, een conflict over het moment dat aan de TU de MUB zal zijn ingevoerd. Daar gebruikt Meijer huiveringwekkende omschrijvingen als: ,,Aan het cvb drong zich de conclusie op dat de u-raad nog steeds niks had gesnapt van de essentie van de MUB…De scherpslijpers in de raad hadden de overhand…Maar nu heeft het cvb er dan toch voor gekozen om scherpslijpen niet met scherpslijpen te beantwoorden.”

De lezer die verder van niets weet (feiten heeft Delta nimmer vermeld) kan alleen maar tot de conclusie komen dat een allerbeminnelijkst en redelijk cvb stond tegenover een onredelijke en klierige raad. Uiteraard is het de taak van een opiniërend journalist om te kastijden, maar dan wel zonder aanziens des persoons.

Een paar feiten. In april van dit jaar is de MUB van kracht geworden; deze MUB is niet meer dan een uitgebreide wijziging van de WHW (de wet die het hoger onderwijs regelt). In de MUB zelf staat dat het cvb een jaar de tijd krijgt om ervoor te zorgen dat de MUB op de universiteit ,,toepassing vindt”. In de MUB staat ook dat tot dat moment de oude structuur (dus die van voor april) van kracht blijft. Het cvb denkt dat het per decreet kan bepalen wanneer de nieuwe structuur van toepassing is en volgens het cvb (en Delta) is dat 1 september aanstaande…

Wij (de raadsmeerderheid) menen dat pas ,,van toepassing zijn” kan worden gesproken als de essentiële medezeggenschapsorganen (dat zijn ondernemingsraad en studentenraad) in functie zijn. Een door ons geraadpleegd onafhankelijk juridisch adviseur heeft deze zienswijzebevestigd. Omdat de OR pas eind oktober in functie zal zijn, blijft de structuur met een universiteitsraad (en faculteitsraden!) dus bestaan tot eind oktober.
Formeel

Klein probleem hierbij is dat de zittingstermijn van de gekozen raadsleden op 1 september afloopt. Formeel had het cvb dus gewoon nieuwe verkiezingen moeten organiseren, maar dat lijkt voor twee maanden niet erg zinvol. Dus moest een list worden bedacht.

Reeds vorig jaar signaleerde de u-raad het mogelijke probleem, maar tot maart riep het cvb steeds ,,niets aan de hand, alles is onder controle, per september is de zaak geregeld”. Maar zoals iedere ingewijde voorzag verliepen de onderhandelingen met de vakbonden over de samenstelling van de nieuwe OR zo moeizaam, dat in maart zelfs het cvb niet meer kon volhouden dat er per september een OR zou zijn. Er moest dus iets nieuws verzonnen worden. Vanuit de raad was al gesuggereerd dat een eenvoudige oplossing zou zijn de zittingstermijn van de leden met twee maanden te verlengen (de Erasmus Universiteit had dit al in januari geregeld).

Maar het cvb meende het ei van Columbus te hebben: gewoon niets doen. Er gebeurde in september en oktober toch nooit wat, er was toch nog het Overlegorgaan Personeelszaken, het presidium van de raad kon als klankbordcommissie fungeren, in aanmerking komende besluiten konden later nog aan de nieuwe ondernemingsraad worden voorgelegd. Daarbij was het ,,een monstrum om de zittingstermijn van de leden van de u-raad te verlengen, omdat het kiezersmandaat loopt tot 31 augustus 1997”.

Maar de raad vond al dit geklungel aanmerkelijk onzinniger dan het met twee maanden verlengen van de zittingstermijn en legde in een motie vast dat het cvb dit diende te regelen.
Ononderbroken

De vraag kan gesteld worden waarom een ononderbroken medezeggenschap van belang is. Wel hier zijn twee redenen voor. De eerste is dat de wet dit gewoon voorschrijft en het in een rechtstaat een goede gewoonte is om als eerste optie gewoon de wet te volgen. Het voorkomt dat er allerlei juridisch aanvechtbare besluiten genomen worden met alle ellende van dien. De tweede reden is dat je met democratische medezeggenschap net zo zorgvuldig moet omgaan als met een veiligheidsregeling: je zorgt er voor dat het ononderbroken geregeld is. Als je dat niet doet neem je het niet serieus en laad je de verdenking op je graag wat te willen aanrommelen. En democratische medezeggenschap wordt geregeld via daartoe gekozen vertegenwoordigers en niet via zelf benoemde of toevallig aanwezige commissies. Dit college van bestuur zegt regelmatig de democratie hoog in het vaandel te hebben, maar ,,aan de vruchten kent men de boom”.
Jaap Klooster

‘Afscheid blijkt moeilijk voor universiteitsraad’, aldus een opiniestuk twee weken geleden. Voor ‘de lezer die van niets weet’ daarop een reactie.

Hoewel het in de kop van dit verhaal gestelde op zichzelf een bewonderenswaardige prestatie zou zijn, denkt R. Meijer daar toch anders over. Uit zijn opiniestuk in Delta nr. 18 blijkt overduidelijk dat de u-raad nodig moet worden geruimd. In één moeite door worden door hem twee missers gesignaleerd: de personeelspartijen willen maar niet begrijpen dat hun tijd voorbij is, en de u-raad loopt het college van bestuur in de slotfase van z’n bestaan kleinzielig voor de voeten.

Naast deze objectieve berichtgeving van Delta wil ik als een der u-raadsleden graag mijn subjectieve visie geven. Volgens Meijer hebben de huidige personeelspartijen niets te zoeken in de nieuwe OR-structuur; we worden zelfs vergeleken met ,,achterhaalde en vermoeide communisten”. Over dit punt zal ik kort zijn. Degenen die doorgaan zullen dat de kiezers wel uitleggen (Demokratisch Beleid heeft dat inmiddels reeds gedaan). Slagen ze daarin onvoldoende dan is het boeiende van democratische verkiezingen dat de kiezers straks zelf hun oordeel kunnen geven.
Conflict

Maar nu over het conflict tussen u-raad en cvb, een conflict over het moment dat aan de TU de MUB zal zijn ingevoerd. Daar gebruikt Meijer huiveringwekkende omschrijvingen als: ,,Aan het cvb drong zich de conclusie op dat de u-raad nog steeds niks had gesnapt van de essentie van de MUB…De scherpslijpers in de raad hadden de overhand…Maar nu heeft het cvb er dan toch voor gekozen om scherpslijpen niet met scherpslijpen te beantwoorden.”

De lezer die verder van niets weet (feiten heeft Delta nimmer vermeld) kan alleen maar tot de conclusie komen dat een allerbeminnelijkst en redelijk cvb stond tegenover een onredelijke en klierige raad. Uiteraard is het de taak van een opiniërend journalist om te kastijden, maar dan wel zonder aanziens des persoons.

Een paar feiten. In april van dit jaar is de MUB van kracht geworden; deze MUB is niet meer dan een uitgebreide wijziging van de WHW (de wet die het hoger onderwijs regelt). In de MUB zelf staat dat het cvb een jaar de tijd krijgt om ervoor te zorgen dat de MUB op de universiteit ,,toepassing vindt”. In de MUB staat ook dat tot dat moment de oude structuur (dus die van voor april) van kracht blijft. Het cvb denkt dat het per decreet kan bepalen wanneer de nieuwe structuur van toepassing is en volgens het cvb (en Delta) is dat 1 september aanstaande…

Wij (de raadsmeerderheid) menen dat pas ,,van toepassing zijn” kan worden gesproken als de essentiële medezeggenschapsorganen (dat zijn ondernemingsraad en studentenraad) in functie zijn. Een door ons geraadpleegd onafhankelijk juridisch adviseur heeft deze zienswijzebevestigd. Omdat de OR pas eind oktober in functie zal zijn, blijft de structuur met een universiteitsraad (en faculteitsraden!) dus bestaan tot eind oktober.
Formeel

Klein probleem hierbij is dat de zittingstermijn van de gekozen raadsleden op 1 september afloopt. Formeel had het cvb dus gewoon nieuwe verkiezingen moeten organiseren, maar dat lijkt voor twee maanden niet erg zinvol. Dus moest een list worden bedacht.

Reeds vorig jaar signaleerde de u-raad het mogelijke probleem, maar tot maart riep het cvb steeds ,,niets aan de hand, alles is onder controle, per september is de zaak geregeld”. Maar zoals iedere ingewijde voorzag verliepen de onderhandelingen met de vakbonden over de samenstelling van de nieuwe OR zo moeizaam, dat in maart zelfs het cvb niet meer kon volhouden dat er per september een OR zou zijn. Er moest dus iets nieuws verzonnen worden. Vanuit de raad was al gesuggereerd dat een eenvoudige oplossing zou zijn de zittingstermijn van de leden met twee maanden te verlengen (de Erasmus Universiteit had dit al in januari geregeld).

Maar het cvb meende het ei van Columbus te hebben: gewoon niets doen. Er gebeurde in september en oktober toch nooit wat, er was toch nog het Overlegorgaan Personeelszaken, het presidium van de raad kon als klankbordcommissie fungeren, in aanmerking komende besluiten konden later nog aan de nieuwe ondernemingsraad worden voorgelegd. Daarbij was het ,,een monstrum om de zittingstermijn van de leden van de u-raad te verlengen, omdat het kiezersmandaat loopt tot 31 augustus 1997”.

Maar de raad vond al dit geklungel aanmerkelijk onzinniger dan het met twee maanden verlengen van de zittingstermijn en legde in een motie vast dat het cvb dit diende te regelen.
Ononderbroken

De vraag kan gesteld worden waarom een ononderbroken medezeggenschap van belang is. Wel hier zijn twee redenen voor. De eerste is dat de wet dit gewoon voorschrijft en het in een rechtstaat een goede gewoonte is om als eerste optie gewoon de wet te volgen. Het voorkomt dat er allerlei juridisch aanvechtbare besluiten genomen worden met alle ellende van dien. De tweede reden is dat je met democratische medezeggenschap net zo zorgvuldig moet omgaan als met een veiligheidsregeling: je zorgt er voor dat het ononderbroken geregeld is. Als je dat niet doet neem je het niet serieus en laad je de verdenking op je graag wat te willen aanrommelen. En democratische medezeggenschap wordt geregeld via daartoe gekozen vertegenwoordigers en niet via zelf benoemde of toevallig aanwezige commissies. Dit college van bestuur zegt regelmatig de democratie hoog in het vaandel te hebben, maar ,,aan de vruchten kent men de boom”.
Jaap Klooster

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.