Campus

Rashobbyist met een neus voor gekke dingen

Grote uitvindingen worden gedaan door grote liefhebbers. Menig Nobelprijswinnaar is in wezen een bevlogen hobbyist, verknocht aan motortjes, printplaten en soldeerplaten.

Ondanks drukke banen bij universiteiten en multinationals verschansen zij zich het liefst in hun schuurtjes en garages om van daaruit de meest ondeugende ontdekkingen te doen. Zo schreef prof.ir. Klaas Robers de cd-rom op zijn naam.

Op de derde verdieping van Industrieel Ontwerpen beent de heer Robers druk heen en weer. Zodra hij ons opmerkt, buldert hij: “U bent zeker naar mij op zoek.” Nog enkele minuten vliegt hij met thermoskannen en afsprakenboeken onder de arm van deur naar deur. Pas in zijn kantoortje lijkt de heer Robers wat te bedaren. Tot hij begint te praten.

Als knaapje had Robers twee wensen: uitvinder worden en hoogleraar. Dat werd dus een baan bij Philips. “Ik vermoed dat er geen universiteit is in Nederland zonder Philips-hoogleraar.” Volgens Robers zijn zulke hoogleraren van vitaal belang. “Hoogleraren die weten hoe de echte wereld in elkaar zit.” Zijn tentamen voor het derdejaarsvak toegepaste elektronica heeft dan ook meer weg van een brainstormsessie dan van feitjes neerpennen.

Gepassioneerd vertelt hij over het uitvindersleven. Robers is naar eigen zeggen een rashobbyist. “Techniek vind ik schitterend.” Vroeger stond dat ook in zijn paspoort. Uitvinder. Want, ‘ingenieur is een titel, geen beroep’. Inmiddels heeft hij een hele lijst aan octrooien en een neus voor gekke dingen. Bij Philips weten ze dat. Als ze daar een wild idee hebben, kloppen ze steevast aan bij Robers.

In 1984 kreeg Robers de klus om computerdata op een cd-tje te zetten. Na vijf maanden uitvinden slaagde hij erin met omgebouwde cd-spelers de gehele bijbel, alle P2000-programma’s en alle 26 delen Winkler Prins op een schijfje te vereeuwigen. “Achteraf realiseerde ik me dat het de eerste cd-rom was.” Nu haalt Robers zijn schouders ervoor op. “De cd-rom is uit de hand gelopen. Het bijzondere ervan is verdwenen.” Voor uitvinders telt alleen de eerste keer.

In zijn schuurtje is Robers al lang verder aan het uitvinden. Ditmaal een tv uit 1930. Met superleds en lasergestuurde gaten in ronddraaiende schijven probeert hij, geheel in Philips-mentaliteit, het ding beter te maken. Robers houdt de lijn der geschiedenis scherp in de gaten. “Inmiddels is ook de cd aan vervanging toe.” Dus ook daaraan wordt gewerkt. Solderend. “Solderen is de schakel van virtueel naar realiteit. Als je niet kunt solderen kun je niets.”

Op zijn kamertje staan enkele jachttrofeeën. Zo is er de afstandbestuurbare antieke deurbel uit Engeland, de gloeilamp met 100 duizend branduren en de sombrero waar we verder maar niet naar vragen. Met de koffiekan in de hand doet de heer Robers ons uitgeleide. “Zo, dat hebben we ook weer gehad.”

Stan en Sander

Klaas Robers (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

Grote uitvindingen worden gedaan door grote liefhebbers. Menig Nobelprijswinnaar is in wezen een bevlogen hobbyist, verknocht aan motortjes, printplaten en soldeerplaten. Ondanks drukke banen bij universiteiten en multinationals verschansen zij zich het liefst in hun schuurtjes en garages om van daaruit de meest ondeugende ontdekkingen te doen. Zo schreef prof.ir. Klaas Robers de cd-rom op zijn naam.

Op de derde verdieping van Industrieel Ontwerpen beent de heer Robers druk heen en weer. Zodra hij ons opmerkt, buldert hij: “U bent zeker naar mij op zoek.” Nog enkele minuten vliegt hij met thermoskannen en afsprakenboeken onder de arm van deur naar deur. Pas in zijn kantoortje lijkt de heer Robers wat te bedaren. Tot hij begint te praten.

Als knaapje had Robers twee wensen: uitvinder worden en hoogleraar. Dat werd dus een baan bij Philips. “Ik vermoed dat er geen universiteit is in Nederland zonder Philips-hoogleraar.” Volgens Robers zijn zulke hoogleraren van vitaal belang. “Hoogleraren die weten hoe de echte wereld in elkaar zit.” Zijn tentamen voor het derdejaarsvak toegepaste elektronica heeft dan ook meer weg van een brainstormsessie dan van feitjes neerpennen.

Gepassioneerd vertelt hij over het uitvindersleven. Robers is naar eigen zeggen een rashobbyist. “Techniek vind ik schitterend.” Vroeger stond dat ook in zijn paspoort. Uitvinder. Want, ‘ingenieur is een titel, geen beroep’. Inmiddels heeft hij een hele lijst aan octrooien en een neus voor gekke dingen. Bij Philips weten ze dat. Als ze daar een wild idee hebben, kloppen ze steevast aan bij Robers.

In 1984 kreeg Robers de klus om computerdata op een cd-tje te zetten. Na vijf maanden uitvinden slaagde hij erin met omgebouwde cd-spelers de gehele bijbel, alle P2000-programma’s en alle 26 delen Winkler Prins op een schijfje te vereeuwigen. “Achteraf realiseerde ik me dat het de eerste cd-rom was.” Nu haalt Robers zijn schouders ervoor op. “De cd-rom is uit de hand gelopen. Het bijzondere ervan is verdwenen.” Voor uitvinders telt alleen de eerste keer.

In zijn schuurtje is Robers al lang verder aan het uitvinden. Ditmaal een tv uit 1930. Met superleds en lasergestuurde gaten in ronddraaiende schijven probeert hij, geheel in Philips-mentaliteit, het ding beter te maken. Robers houdt de lijn der geschiedenis scherp in de gaten. “Inmiddels is ook de cd aan vervanging toe.” Dus ook daaraan wordt gewerkt. Solderend. “Solderen is de schakel van virtueel naar realiteit. Als je niet kunt solderen kun je niets.”

Op zijn kamertje staan enkele jachttrofeeën. Zo is er de afstandbestuurbare antieke deurbel uit Engeland, de gloeilamp met 100 duizend branduren en de sombrero waar we verder maar niet naar vragen. Met de koffiekan in de hand doet de heer Robers ons uitgeleide. “Zo, dat hebben we ook weer gehad.”

Stan en Sander

Klaas Robers (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.