Opinion

Requiem voor de zee

Fotograaf Dos Winkel legt niet alleen de prachtige onderwaterwereld vast, maar ook de vervuiling van de zeeën. En hij is niet de enige met deze onheilsboodschap. “De mensheid helpt de aarde, inclusief de mensheid zelf, om zeep”, vindt filosoof Floris van den Berg.

Prachtig, magnifiek, fascinerend en adembenemend mooi zijn de foto’s van Dos Winkel over het leven in de zeeën. Dos Winkel is onderwaterfotograaf en legt over de hele wereld de schoonheid van de natuur onder water vast. Zijn fotoboeken, zoals ‘Wonderen van de diepzee’ (2005), zijn geschikte salontafelboeken en de tentoonstelling van een deel van zijn werk in de bibliotheek van de TU Delft (10 april – 22 mei 2008) is een zeer enerverende ervaring van overweldigende schoonheid. Maar Dos Winkel is een onheilsprofeet. Zijn boodschap, gebaseerd op eigen ervaring en wetenschappelijk onderzoek is duidelijk: als de visserij en vervuiling van de zeeën op dezelfde voet doorgaat, dan zijn de zeeën over twintig jaar dood en zwemmen er alleen nog kwallen en plankton. In zijn voordracht betoogt Winkel dan ook dat het niet vijf vóór twaalf is, maar vijf over twaalf: voor een aantal soorten en voor de zeebodem waar wordt gevist met sleepnetten is het al te laat. Het duurt honderdduizend jaar alvorens de zeebodem is hersteld.

Er zijn meer mensen die dezelfde onheilsboodschap boodschap uitdragen, zoals Charles Klover in ‘The End of the Line: How Overfishing is Changing the World and What We Eat’ (2008), Richard Ellis in ‘The Empty Ocean’ (2004) en Stephen Sloan in ‘Ocean Bankruptcy: World Fisheries on the Brink of Disaster’ (2003). De beroemde bioloog E.O. Wilson schreef een boek waarin hij het uitsterven van soorten door toedoen van de mens beschrijft in ‘The Future of Life’ (2003) en ‘The Creation: An Appeal to Save Life on Earth’. Visserijbioloog Daniel Pauly, die onlangs een eredoctoraat ontving van de Universiteit Wageningen, is zeer stellig: in een interview in NRC Handelsblad (29 maart 2008) merkt hij op: ‘We staan aan de rand van de afgrond’.

Wat te doen? Als we niks doen, dat wil zeggen: als we op dezelfde voet doorgaan, dan is het gedaan met vis. Wie is daar verantwoordelijk voor? Ja, de vissers natuurlijk, en de overheden, de visfabrikanten, de vishandelaars, de producenten van de mensonwaardige vismethoden en sleepnetten (met dank aan ingenieurs). Maar uiteindelijk zijn de schuldigen de consumenten: alle mensen die vis en visproducten consumeren! Zonder vraag geen aanbod. Zonder vraag naar vis, geen visserij. Zonder visserij, geen problemen met vis. Dat laatste punt is helaas te optimistisch, want ook de vervuiling van zeeën door het dumpen en lozen van afval heeft een negatieve invloed op het leven in de zee. De zeeën worden maar al te vaak gezien als een grote vuilnisbak. En dat eist haar tol: giftige stoffen als zware metalen komen daardoor via vis ook in mensen terecht. Vis is daarom een stuk minder gezond dan wordt gepropageerd. Als niemand meer vis zou consumeren, dan zou de 200 miljard kilo vis die jaarlijks uit de zeeën wordt gevist, gewoon vrij kunnen blijven rondzwemmen. Er zijn meerdere acties die individuen kunnen nemen:

  1. Geen vis en visproducten meer consumeren. En daarnaast andere mensen proberen te overtuigen en aan te moedigen dat ook te doen. Vis uit viskwekerijen is geen optie omdat deze gevoed worden met wilde vis. Viskwekerijen zijn ook vervuilend voor de omgeving, onder andere vanwege de antibiotica die de vissen krijgen toegediend. En dan is er nog het dierenleed, zoals dat bij alle vismethoden, en vooral met sleepnetten, een probleem is: vissen kunnen pijn voelen en lijden. Geen vis consumeren moet natuurlijk onderdeel zijn van een algehele duurzame levenswijze die nogal wat zal verschillen met de levenswijze van de gemiddelde burger.
  2. Actievoeren, passief dan wel actief. Passief actievoeren betekent lid worden van een organisatie die duurzaamheid bepleit, zoals Greenpeace. Actief actievoeren betekent met een bootje achter grote sleepnetten aanvaren en media-attentie vragen voor deze wantoestanden.
  3. Onderzoek doen naar en voorlichting geven over duurzaamheid. Of beter gezegd, mensen bewust maken van de op handen zijnde, door mensen gemaakte Apocalyps die wij over onszelf afroepen. Technologische innovaties zijn symptoombestrijding, het gaat erom het menselijke consumptiepatroon en productiewijzen drastisch te veranderen.
  4. Zoeken naar radicale oplossingen. Een mogelijke vorm van een oplossing zou het concept cradle-to-cradle van William McDonough en Michael Braungart (‘Cradle to Cradle: Remaking the Way We Make Things’ (2002)) kunnen zijn, waarbij er gestreefd wordt naar het produceren van goederen die geen negatieve, maar juist een positieve bijdrage kunnen leveren in een volgende stap in de cyclus. Kortom: afval en bijproducten zijn dan op zichzelf weer materiaal voor nieuwe producten.

Dos Winkels doemscenario maakt deel uit van een groter doemscenario: de mensheid helpt de aarde, inclusief de mensheid zelf, om zeep. De wereldbevolking groeit exponentieel en tegelijkertijd neemt de consumptie door groeiende welvaart toe.

De kracht van de boodschap van Dos Winkel zit hem erin dat hij prachtige beelden koppelt aan een nare boodschap. De vraag is of Dos Winkels fotografisch oeuvre een requiem, of een ode aan de zee is. Als het een ode aan de zee is, zal er drastisch veel moeten veranderen. Hier en nu. Red de zee, stop met het eten van vis!

Floris van den Berg is filosoof en werkzaam bij Studium Generale TU Delft. F.vandenberg@tudelft.nl

De voordracht van Dos Winkel is te zien op de website van Studium Generale TU Delft: www.sg.tudelft.nl. Dit jaar zal Dos Winkel over dit onderwerp het boek Wat is er mis met vis publiceren. Van 10 april t/m 22 mei is er een fototentoonstelling te zien in de Universiteitsbibliotheek van de TU Delft.

Prachtig, magnifiek, fascinerend en adembenemend mooi zijn de foto’s van Dos Winkel over het leven in de zeeën. Dos Winkel is onderwaterfotograaf en legt over de hele wereld de schoonheid van de natuur onder water vast. Zijn fotoboeken, zoals ‘Wonderen van de diepzee’ (2005), zijn geschikte salontafelboeken en de tentoonstelling van een deel van zijn werk in de bibliotheek van de TU Delft (10 april – 22 mei 2008) is een zeer enerverende ervaring van overweldigende schoonheid. Maar Dos Winkel is een onheilsprofeet. Zijn boodschap, gebaseerd op eigen ervaring en wetenschappelijk onderzoek is duidelijk: als de visserij en vervuiling van de zeeën op dezelfde voet doorgaat, dan zijn de zeeën over twintig jaar dood en zwemmen er alleen nog kwallen en plankton. In zijn voordracht betoogt Winkel dan ook dat het niet vijf vóór twaalf is, maar vijf over twaalf: voor een aantal soorten en voor de zeebodem waar wordt gevist met sleepnetten is het al te laat. Het duurt honderdduizend jaar alvorens de zeebodem is hersteld.

Er zijn meer mensen die dezelfde onheilsboodschap boodschap uitdragen, zoals Charles Klover in ‘The End of the Line: How Overfishing is Changing the World and What We Eat’ (2008), Richard Ellis in ‘The Empty Ocean’ (2004) en Stephen Sloan in ‘Ocean Bankruptcy: World Fisheries on the Brink of Disaster’ (2003). De beroemde bioloog E.O. Wilson schreef een boek waarin hij het uitsterven van soorten door toedoen van de mens beschrijft in ‘The Future of Life’ (2003) en ‘The Creation: An Appeal to Save Life on Earth’. Visserijbioloog Daniel Pauly, die onlangs een eredoctoraat ontving van de Universiteit Wageningen, is zeer stellig: in een interview in NRC Handelsblad (29 maart 2008) merkt hij op: ‘We staan aan de rand van de afgrond’.

Wat te doen? Als we niks doen, dat wil zeggen: als we op dezelfde voet doorgaan, dan is het gedaan met vis. Wie is daar verantwoordelijk voor? Ja, de vissers natuurlijk, en de overheden, de visfabrikanten, de vishandelaars, de producenten van de mensonwaardige vismethoden en sleepnetten (met dank aan ingenieurs). Maar uiteindelijk zijn de schuldigen de consumenten: alle mensen die vis en visproducten consumeren! Zonder vraag geen aanbod. Zonder vraag naar vis, geen visserij. Zonder visserij, geen problemen met vis. Dat laatste punt is helaas te optimistisch, want ook de vervuiling van zeeën door het dumpen en lozen van afval heeft een negatieve invloed op het leven in de zee. De zeeën worden maar al te vaak gezien als een grote vuilnisbak. En dat eist haar tol: giftige stoffen als zware metalen komen daardoor via vis ook in mensen terecht. Vis is daarom een stuk minder gezond dan wordt gepropageerd. Als niemand meer vis zou consumeren, dan zou de 200 miljard kilo vis die jaarlijks uit de zeeën wordt gevist, gewoon vrij kunnen blijven rondzwemmen. Er zijn meerdere acties die individuen kunnen nemen:

  1. Geen vis en visproducten meer consumeren. En daarnaast andere mensen proberen te overtuigen en aan te moedigen dat ook te doen. Vis uit viskwekerijen is geen optie omdat deze gevoed worden met wilde vis. Viskwekerijen zijn ook vervuilend voor de omgeving, onder andere vanwege de antibiotica die de vissen krijgen toegediend. En dan is er nog het dierenleed, zoals dat bij alle vismethoden, en vooral met sleepnetten, een probleem is: vissen kunnen pijn voelen en lijden. Geen vis consumeren moet natuurlijk onderdeel zijn van een algehele duurzame levenswijze die nogal wat zal verschillen met de levenswijze van de gemiddelde burger.
  2. Actievoeren, passief dan wel actief. Passief actievoeren betekent lid worden van een organisatie die duurzaamheid bepleit, zoals Greenpeace. Actief actievoeren betekent met een bootje achter grote sleepnetten aanvaren en media-attentie vragen voor deze wantoestanden.
  3. Onderzoek doen naar en voorlichting geven over duurzaamheid. Of beter gezegd, mensen bewust maken van de op handen zijnde, door mensen gemaakte Apocalyps die wij over onszelf afroepen. Technologische innovaties zijn symptoombestrijding, het gaat erom het menselijke consumptiepatroon en productiewijzen drastisch te veranderen.
  4. Zoeken naar radicale oplossingen. Een mogelijke vorm van een oplossing zou het concept cradle-to-cradle van William McDonough en Michael Braungart (‘Cradle to Cradle: Remaking the Way We Make Things’ (2002)) kunnen zijn, waarbij er gestreefd wordt naar het produceren van goederen die geen negatieve, maar juist een positieve bijdrage kunnen leveren in een volgende stap in de cyclus. Kortom: afval en bijproducten zijn dan op zichzelf weer materiaal voor nieuwe producten.

Dos Winkels doemscenario maakt deel uit van een groter doemscenario: de mensheid helpt de aarde, inclusief de mensheid zelf, om zeep. De wereldbevolking groeit exponentieel en tegelijkertijd neemt de consumptie door groeiende welvaart toe.

De kracht van de boodschap van Dos Winkel zit hem erin dat hij prachtige beelden koppelt aan een nare boodschap. De vraag is of Dos Winkels fotografisch oeuvre een requiem, of een ode aan de zee is. Als het een ode aan de zee is, zal er drastisch veel moeten veranderen. Hier en nu. Red de zee, stop met het eten van vis!

Floris van den Berg is filosoof en werkzaam bij Studium Generale TU Delft. F.vandenberg@tudelft.nl

De voordracht van Dos Winkel is te zien op de website van Studium Generale TU Delft: www.sg.tudelft.nl. Dit jaar zal Dos Winkel over dit onderwerp het boek Wat is er mis met vis publiceren. Van 10 april t/m 22 mei is er een fototentoonstelling te zien in de Universiteitsbibliotheek van de TU Delft.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.