Campus

Stelling van Pythagoras op film

Niet alleen ingenieurs zijn bezeten van technische wetenschappen, er zijn ook kunstenaars gefascineerd door beelden uit de wetenschap en de technologie. Het bewijs daarvan is tot en met 27 oktober te zien in het Filmmuseum in Amsterdam.

Het Amsterdamse Filmmuseum vond het tijd weer eens een greep te doen uit zijn gigantische archief en ons te laten zien wat voor moois er eigenlijk allemaal op film staat. Het resultaat is een uitgebreid film- en lezingenprogramma en een wisselende expositie met elf installaties, over een voor techneuten egostrelend onderwerp: de fascinatie van kunstenaars en filmmakers voor beelden uit wetenschap en technologie.

Samensteller van dit project, dat de naam ‘4D’ kreeg, is experimenteel filmmaker en kunstenaar Joost Rekveld (1970). Hij ging de uitdaging aan en spreekt op de site van het Filmmuseum van een ‘uit de hand gelopen onderneming’. Het afgelopen jaar heeft hij in het archief van het museum filmblikken geopend en gekeken, gekeken en nog eens gekeken.

De kunstenaar wist wat hij wilde vinden: korte non-fictiefilms met onderwerpen uit wetenschap en technologie, oorspronkelijk gemaakt voor onderwijs, voorlichting en reclame. En dus niet bedoeld voor publieke vertoning in een kunstzinnige context, zoals hij nu wel wilde doen.

Want wat hij wilde, had hij al voor ogen: deze films tegenover het werk van hedendaagse experimentele kunstenaars stellen, die zich met dezelfde onderwerpen bezighouden. Dat doet hij niet alleen maar voor de aardigheid. Het Filmmuseum laat het in een persbericht wel erg hoogdravend klinken, maar vindt dat hij ‘op deze wijze een nieuwe context creëert waarin onverwachte poëtische verbanden en nieuwe betekenissen ontstaan’.

Of dat zo is, kan de bezoeker misschien beter voor zichzelf beoordelen. Hoe dan ook, het programma van ‘4D’ bevat een hoop leuks, ook omdat veel filmpjes nog nooit eerder zijn vertoond. Zo vond Rekveld in het archief een film over kloppende kikkerharten van de Pathé-broers uit 1910. Ook vond hij animatiefilmpjes die wiskundige stellingen inzichtelijk moeten maken, zoals een film waarin de stelling van Pythagoras wordt bewezen. Verder kwam de kunstenaar onder meer films tegen over wervelingen in een bak water en over helikoptermodellen.

Om het geheel te verantwoorden, vertellen kunstenaars en wetenschappers over het maatschappelijk belang van technologisch én artistiek onderzoek. Want volgens het Filmmuseum stelde de Hongaarse kunstenaar Moholy Nagy (1895-1946) al dat het voor een samenleving van vitaal belang is ‘om technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen niet uitsluitend in handen van specialisten te laten’. De Hongaar vond dat kunstenaars daarin een belangrijke taak hadden. ‘4D’ zal moeten bewijzen of dat nog steeds zo is.

‘4D’ in het Filmmuseum Amsterdam, tot en met 27 oktober.

www.filmmuseum.nl

Fragmenten uit de Amerikaanse film ‘Recording Modern Science’ uit 1930 (regisseur onbekend), die wordt vertoond in het Filmmuseum. Foto’s: Filmmuseum)

Het Amsterdamse Filmmuseum vond het tijd weer eens een greep te doen uit zijn gigantische archief en ons te laten zien wat voor moois er eigenlijk allemaal op film staat. Het resultaat is een uitgebreid film- en lezingenprogramma en een wisselende expositie met elf installaties, over een voor techneuten egostrelend onderwerp: de fascinatie van kunstenaars en filmmakers voor beelden uit wetenschap en technologie.

Samensteller van dit project, dat de naam ‘4D’ kreeg, is experimenteel filmmaker en kunstenaar Joost Rekveld (1970). Hij ging de uitdaging aan en spreekt op de site van het Filmmuseum van een ‘uit de hand gelopen onderneming’. Het afgelopen jaar heeft hij in het archief van het museum filmblikken geopend en gekeken, gekeken en nog eens gekeken.

De kunstenaar wist wat hij wilde vinden: korte non-fictiefilms met onderwerpen uit wetenschap en technologie, oorspronkelijk gemaakt voor onderwijs, voorlichting en reclame. En dus niet bedoeld voor publieke vertoning in een kunstzinnige context, zoals hij nu wel wilde doen.

Want wat hij wilde, had hij al voor ogen: deze films tegenover het werk van hedendaagse experimentele kunstenaars stellen, die zich met dezelfde onderwerpen bezighouden. Dat doet hij niet alleen maar voor de aardigheid. Het Filmmuseum laat het in een persbericht wel erg hoogdravend klinken, maar vindt dat hij ‘op deze wijze een nieuwe context creëert waarin onverwachte poëtische verbanden en nieuwe betekenissen ontstaan’.

Of dat zo is, kan de bezoeker misschien beter voor zichzelf beoordelen. Hoe dan ook, het programma van ‘4D’ bevat een hoop leuks, ook omdat veel filmpjes nog nooit eerder zijn vertoond. Zo vond Rekveld in het archief een film over kloppende kikkerharten van de Pathé-broers uit 1910. Ook vond hij animatiefilmpjes die wiskundige stellingen inzichtelijk moeten maken, zoals een film waarin de stelling van Pythagoras wordt bewezen. Verder kwam de kunstenaar onder meer films tegen over wervelingen in een bak water en over helikoptermodellen.

Om het geheel te verantwoorden, vertellen kunstenaars en wetenschappers over het maatschappelijk belang van technologisch én artistiek onderzoek. Want volgens het Filmmuseum stelde de Hongaarse kunstenaar Moholy Nagy (1895-1946) al dat het voor een samenleving van vitaal belang is ‘om technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen niet uitsluitend in handen van specialisten te laten’. De Hongaar vond dat kunstenaars daarin een belangrijke taak hadden. ‘4D’ zal moeten bewijzen of dat nog steeds zo is.

‘4D’ in het Filmmuseum Amsterdam, tot en met 27 oktober.

www.filmmuseum.nl

Fragmenten uit de Amerikaanse film ‘Recording Modern Science’ uit 1930 (regisseur onbekend), die wordt vertoond in het Filmmuseum. Foto’s: Filmmuseum)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.