Industrieel ontwerper Emilia Pucci ontwierp voor haar afstudeerproject een peer-to-peer platform voor kansloze jongeren, en kreeg hen in de Rotterdamse Afrikaanderwijk aan het werk met simpele technieken. In oktober dingt ze mee naar de Dutch Design Award.
Ze is er zelf nog een beetje beduusd van. “Dit had ik nooit voorzien toen ik aan mijn afstudeerproject begon”, zegt ze. Vervolgens steekt Emilia Pucci (28) een bevlogen betoog af waarvan alvast één ding duidelijk is: dit had nooit níet succesvol kunnen zijn.
Emilia Pucci
Onderzoek: ‘Ik ben ‘ster(k)’
Eindcijfer: 9,5
Eigenlijk had Pucci een tamelijk algemeen onderwerp voor ogen toen ze aan haar afstuderen begon: hoe kunnen mensen nieuwe technologieën, sociale media bijvoorbeeld, gebruiken om een stad in real life leefbaarder te maken?
Tja. Waar begin je dan? Nou, in de Rotterdamse Afrikaanderwijk bijvoorbeeld. Pucci: “Die wijk wemelt van de laagopgeleiden en mensen met lage inkomens, en er wonen veel allochtonen. Toch barst het er van de potentie, alleen krijgen weinig inwoners de kans die te ontplooien.” Vooral voor jongeren tussen de 16 en 23 zijn er maar weinig voorzieningen, constateerde ze. Als je die groep technieken leert waarmee ze een passie kunnen ontdekken, vergroot je hun kansen om werk te vinden.
Titel van haar project: ‘Ik ben ster(k)’. “Want die jongeren moeten beseffen dat ze een ster kunnen zijn in wat ze doen, en de kracht hebben om dat te bereiken. Ik wil ze zelfbewustzijn geven. Ze zijn digital natives, opgegroeid met techniek en prima in staat er wat mee te doen, maar de meesten beseffen dat niet.”
Eén puntje baarde haar wel zorgen: hoe zorgde ze ervoor dat ze hun vertrouwen won? “Ik wilde niet de elitaire, geeky student uit Delft zijn die hen met haar crappy Dutch wel even kwam vertellen hoe het beter kon.” Ze leerde – als native Italiaanse – in sneltreinvaart basale technieken als 3D-printen en lasersnijden – technieken die ‘haar’ jongeren zouden moeten leren. “Ik wilde een ‘bottom-up-benadering’; ze duidelijk maken dat ik ze niets wilde leren, maar iets met ze wilde ontdekken – namelijk hun eigen passies en talenten.”
Soms lopen dingen gewoon zoals ze moeten lopen. Pucci liep bij Wijkschool Feyenoord (‘het afvoerputje voor leerlingen die nergens meer terecht kunnen’) een coach tegen het lijf die heilig geloofde in haar concept en als intermediair hielp het vertrouwen tussen Pucci en de jongeren te vergroten. In samenwerking met Creative 010 en Stads-Lab 010 gingen ze vervolgens aan de slag, in technische workshops van zes sessies. Via Facebook stelde ze een leerlingengroep samen, en elke week kon een deelnemer de organisatie van de volgende workshop winnen. Die kreeg vervolgens een estafettestokje met een rfid-chip, dat feller oplichtte naarmate de beoordeling van de medestudenten hoger was. En dit alles was natuurlijk weer gelinkt aan het online platform, waardoor de deelnemers aan de buitenwereld konden laten zien: kijk eens, ik ben goed bezig. “Een soort digitaal portfolio.”
De proef bij de wijkschool overtrof al haar verwachtingen – en die van de docenten. “Er kwamen steeds nieuwe leerlingen bij en ze leerden steeds sneller. Lasersnijden, 3D-printen – ze máákten iets.” Inmiddels hebben diverse organisaties die Rotterdam-Zuid willen verbeteren interesse getoond, waaronder de wijkschool van Charlois. “Mijn project is nog lang niet klaar om structureel ingevoerd te worden, maar een tweede pilot staat op stapel”, zegt ze. “Ik heb niet de illusie dat ik in mijn eentje de Afrikaanderwijk of zelfs de wereld kan verbeteren. Maar ik heb een zaadje geplant. Dat alleen al maakt me zó happy.”

Comments are closed.