Een beetje geknutsel met een kopieerapparaat, lijm en een scanner volstaat om een treinkaartje te vervalsen. Hierdoor lopen de Nederlandse Spoorwegen (NS) jaarlijks miljoenen mis. Is het echt zo moeilijk om een onvervalsbaar treinkaartje te maken?
“Nanodeeltjes maken het vervalsen van documenten een stuk moeilijker”, zegt dr.ir. Mirko Ballarini (faculteit Technische Natuurwetenschappen) desgevraagd. Hij doet onderzoek naar de mogelijkheid om documenten te beschermen tegen vervalsing met zulke kleine deeltjes, dat je ze met het blote oog niet ziet. “Nanodeeltjes zijn een soort stof dat je overal in kunt verwerken. Paspoorten, bankbiljetten, theaterkaartjes en zelfs schilderijen van bijvoorbeeld Vermeer.” De techniek is volgens hem ook goed te gebruiken voor papieren treinkaartjes en plastic ov-kaarten. “Je moet de nanodeeltjes wel in de kaarten verwerken. Anders kunnen de deeltjes eraf slijten door het vele aanraken of als de kaart per ongeluk in de wasmachine belandt”, legt Ballarini uit. “De nanodeeltjes zijn niet allemaal gelijk, ze zijn tussen de 5 en de 200 nanometer groot. Omdat je ze met het blote oog niet kunt zien, moet de conducteur met een machine controleren of de deeltjes van de juiste maat in het juiste patroon op het kaartje staan.”
En dat stof troeft de vervalsers af? “Tja, iedere techniek is maar een bepaalde tijd ‘houdbaar’. Ooit kan iemand het namaken, dat is zeker. Maar om de vervalsers een stap voor te blijven, moet je soms met iets nieuws komen.” Ballarini vertrouwt erop dat zijn nieuwe techniek tien jaar bruikbaar is, maar het is nog te nieuw om de NS te bellen. De onderzoeker moet de komende anderhalf jaar eerst bewijzen dat de techniek echt werkt.
Over een paar jaar bewijzen nanodeeltjes misschien de echtheid van een kaartje. Maar wat als er met een echt kaartje wordt geknoeid? Een nieuwe foto op een ‘verloren’ ov-jaarkaart van iemand anders, levert de nieuwe eigenaar veel gratis ritjes op. Is biometrie, identificatie van een persoon door unieke lichaamskenmerken, een oplossing? Een irisscan bijvoorbeeld?
“Een irisscan is betrouwbaar, maar niet zo gemakkelijk toe te passen door een conducteur”, aldus ir. Leendert Bottelberghs. De TU-alumnus onderzocht voor zijn afstuderen, een paar jaar geleden, de mogelijkheid van biometrie in rijksdocumenten. “Een vingerafdruk is veel handiger en goedkoper. Een draadloos apparaat kan de kaart en de vingerafdruk van de reiziger scannen en zo zien of ze bij elkaar passen.” Bottelberghs twijfelt of de NS zo ver moeten gaan. “Als de kaart bij een persoon hoort, weet je nog niet of de kaart echt is. En dat is toch het belangrijkste.” (MM)
“Nanodeeltjes maken het vervalsen van documenten een stuk moeilijker”, zegt dr.ir. Mirko Ballarini (faculteit Technische Natuurwetenschappen) desgevraagd. Hij doet onderzoek naar de mogelijkheid om documenten te beschermen tegen vervalsing met zulke kleine deeltjes, dat je ze met het blote oog niet ziet. “Nanodeeltjes zijn een soort stof dat je overal in kunt verwerken. Paspoorten, bankbiljetten, theaterkaartjes en zelfs schilderijen van bijvoorbeeld Vermeer.” De techniek is volgens hem ook goed te gebruiken voor papieren treinkaartjes en plastic ov-kaarten. “Je moet de nanodeeltjes wel in de kaarten verwerken. Anders kunnen de deeltjes eraf slijten door het vele aanraken of als de kaart per ongeluk in de wasmachine belandt”, legt Ballarini uit. “De nanodeeltjes zijn niet allemaal gelijk, ze zijn tussen de 5 en de 200 nanometer groot. Omdat je ze met het blote oog niet kunt zien, moet de conducteur met een machine controleren of de deeltjes van de juiste maat in het juiste patroon op het kaartje staan.”
En dat stof troeft de vervalsers af? “Tja, iedere techniek is maar een bepaalde tijd ‘houdbaar’. Ooit kan iemand het namaken, dat is zeker. Maar om de vervalsers een stap voor te blijven, moet je soms met iets nieuws komen.” Ballarini vertrouwt erop dat zijn nieuwe techniek tien jaar bruikbaar is, maar het is nog te nieuw om de NS te bellen. De onderzoeker moet de komende anderhalf jaar eerst bewijzen dat de techniek echt werkt.
Over een paar jaar bewijzen nanodeeltjes misschien de echtheid van een kaartje. Maar wat als er met een echt kaartje wordt geknoeid? Een nieuwe foto op een ‘verloren’ ov-jaarkaart van iemand anders, levert de nieuwe eigenaar veel gratis ritjes op. Is biometrie, identificatie van een persoon door unieke lichaamskenmerken, een oplossing? Een irisscan bijvoorbeeld?
“Een irisscan is betrouwbaar, maar niet zo gemakkelijk toe te passen door een conducteur”, aldus ir. Leendert Bottelberghs. De TU-alumnus onderzocht voor zijn afstuderen, een paar jaar geleden, de mogelijkheid van biometrie in rijksdocumenten. “Een vingerafdruk is veel handiger en goedkoper. Een draadloos apparaat kan de kaart en de vingerafdruk van de reiziger scannen en zo zien of ze bij elkaar passen.” Bottelberghs twijfelt of de NS zo ver moeten gaan. “Als de kaart bij een persoon hoort, weet je nog niet of de kaart echt is. En dat is toch het belangrijkste.” (MM)

Comments are closed.