Economisch slechte tijden, zelfs het leger heeft er last van. Life extension programs voor vliegtuigen zijn duur, nieuwe vliegtuigen kopen nog duurder. Als er nou eens een jet zou bestaan die zowel tactisch als strategisch ingezet zou kunnen worden? Gil De Backer en consorten ontwierpen er één.
Gil de Backer
Onderzoek: ‘Astraea’
Eindcijfer: 8,1
Hoe een simpele ontwerpopdracht tot een revolutionair nieuw voertuig kan leiden. Toen luchtvaart- en ruimtevaarttechniek-student Gil De Backer (21) met acht medestudenten aan zijn bachelor-eindproject begon, had hij een papiertje met vier eenvoudige woorden: ontwerp een militair transportvliegtuig. De Backer: “De huidige modellen worden al meer dan 55 jaar gebruikt door zo’n vijftig landen ter wereld, voor bijvoorbeeld troepentransport en medische evacuaties. Ze raken verouderd en hebben steeds meer reparaties nodig. Daardoor staan ze meer aan de grond dan dat ze worden ingezet voor missies – een flinke verliespost voor het leger.”
Tja. Groot, robuust, twee vleugels en een staart – hoe moeilijk kan zo’n ontwerp zijn voor een doorgewinterde L&R-student? Complexer dan je in eerste instantie zou denken. “Er zijn twee typen militair transportvliegtuig: tactisch en strategisch”, vertelt De Backer. “Vliegtuigen die worden ingezet op strategische missies hoeven alleen maar op te stijgen en bij een basis verderop weer te landen. Dat stelt andere eisen dan een militair tactisch vliegtuig. Dat moet snel korte vluchten kunnen maken, op lage hoogte kunnen vliegen om bijvoorbeeld cargo te droppen in oorlogsgebied, en vervolgens snel weer kunnen opstijgen. Het moet wendbaar zijn en hogere prestaties leveren.”
Doorontwerpen aan één van beide types leek een logische keuze. Maar er bleek nóg een uitdaging aan te zitten: de recessie. Life extension programs zijn duur, nieuwe vliegtuigen zijn nog duurder. Ze moesten dus een vliegtuig ontwerpen dat goedkoop, duurzaam én robuust was – en bovendien voor 2030 de lucht in zou kunnen. Als het dan ook nog eens geschikt zou zijn voor tactische én strategische missies, zou het negental zomaar eens een revolutionair ontwerp in handen kunnen hebben.
“Toen we aan de opdracht begonnen, hoopten we een designvliegtuig te ontwerpen. We hebben een serie concepten geanalyseerd, maar uiteindelijk bleek een conventioneel vliegtuig gewoon het best.”
De negen studenten deden gezamenlijk marktonderzoek om de financiële haalbaarheid van hun ‘Astraea’ te onderzoeken. Daarna wierp één team zich op de materialen en structuren, het andere team hield zich bezig met de besturingssystemen en bedrading. “Superinteressant om wat je drie jaar lang geleerd hebt tijdens je studie, daadwerkelijk toe te passen”, vindt De Backer. “Maar uiteindelijk is ons ontwerp natuurlijk puur theoretisch. Aan het gemiddelde vliegtuig wordt vijftien, twintig jaar ontwikkeld voordat het de eerste testvluchten kan maken. Ons traject zou van ontwerpfase tot ingebruikname slechts zeventien jaar duren, en dan hebben we het ook nog eens in zeven weken ontworpen.” Die theorie leverde de studenten wel een prachtig eindcijfer op. Nu de praktijk nog: Wie weet wat ‘Astraea’ de luchtmacht over vijftig jaar oplevert.

Comments are closed.