Science

Treinadvies

De Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten (commissie Duivesteijn) krijgt ondersteuning van zes onderzoekers van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

De commissie onderzoekt de besluitvorming en de controle op de aanleg van de Betuweroute en de Hogesnelheidslijn tussen Amsterdam en België (HSL-Zuid). De kostenoverschrijdingen springen daarbij in het oog. Zo stegen de uitgaven van de Betuwelijn in veertien jaar van 1,1 naar 4,7 miljard euro en de onkosten voor de HSL-Zuid in zeven jaar van 3,4 naar 6,7 miljard euro.

De commissie Duivesteijn vroeg om ondersteuning van de TBM-onderzoekers omdat ze gespecialiseerd zijn in het analyseren van projecten waarbij veel partijen zijn betrokken met tegengestelde belangen. De onderzoekers houden zich sinds afgelopen maart bezig met deze problematiek. Afhankelijk van hun verschillende expertise maken de TBM’ers achtergrondstudies van bijvoorbeeld kostenramingen, grote infrastructuurprojecten in het algemeen en afwegingskaders. Ook bestuderen ze grote infrastructurele projecten in het buitenland, de zogenaamde good practices.

Decaan van TBM, prof.dr.ir. Hugo Priemus, tevens hoogleraar systeeminnovatie ruimtelijke ontwikkeling, leidt als onderzoekscoördinator het team dat de commissie Duivesteijn bijstaat. Hij is aanwezig tijdens de hoorzittingen van de Tweede-Kamercommissie met de belangrijkste spelers van de Betuweroute en de HSL-lijn. Tot Prinsjesdag moet de faculteit het daarom even zonder decaan doen.

De rol van de Delftenaren ligt vooral in de voorbereiding van de rapportage die volgt op de hoorzittingen. Deze moet in november klaar zijn. Zij ontwikkelen een toetsingskader voor toekomstige grote infrastructuurprojecten. “Zodra de commissie dit toetsingskader heeft vastgesteld, zal ze het testen op de Zuiderzeelijn om de werking van het toetsingskader te illustreren”, vertelt Priemus desgevraagd. De Zuiderzeelijn is een hogesnelheidsverbinding tussen Groningen en Amsterdam waarvoor het kabinet al enkele miljarden euro heeft gereserveerd.

Volgens Priemus, die over de inhoudelijke kant van zijn klus geen mededelingen kan doen, is de belangrijkste vraag: wat leren we van de fouten die tijdens de besluitvoering over de Betuweroute en de HSL-lijn zijn gemaakt? Verder is het van belang dat in de toekomst de verantwoordelijkheid van de Tweede Kamer bij dit soort grote projecten wordt verduidelijkt. “Daarbij zijn niet alleen de kostenoverschrijdingen belangrijk, maar ook de besluitvorming inzake grote projecten in de volle breedte.”

Andere Delftse adviseurs van de commissie Duivesteijn zijn prof.mr.dr.Hans de Bruijn, prof.mr.dr. Ernst ten Heuvelhof, en universitair hoofddocenten dr. Martin de Jong en dr. Joop Koppenjan van de sectie beleidskunde/organisatie & management, en prof.dr. Bert van Wee die de sectie transport en logistieke organisatie leidt. (IL)

De commissie onderzoekt de besluitvorming en de controle op de aanleg van de Betuweroute en de Hogesnelheidslijn tussen Amsterdam en België (HSL-Zuid). De kostenoverschrijdingen springen daarbij in het oog. Zo stegen de uitgaven van de Betuwelijn in veertien jaar van 1,1 naar 4,7 miljard euro en de onkosten voor de HSL-Zuid in zeven jaar van 3,4 naar 6,7 miljard euro.

De commissie Duivesteijn vroeg om ondersteuning van de TBM-onderzoekers omdat ze gespecialiseerd zijn in het analyseren van projecten waarbij veel partijen zijn betrokken met tegengestelde belangen. De onderzoekers houden zich sinds afgelopen maart bezig met deze problematiek. Afhankelijk van hun verschillende expertise maken de TBM’ers achtergrondstudies van bijvoorbeeld kostenramingen, grote infrastructuurprojecten in het algemeen en afwegingskaders. Ook bestuderen ze grote infrastructurele projecten in het buitenland, de zogenaamde good practices.

Decaan van TBM, prof.dr.ir. Hugo Priemus, tevens hoogleraar systeeminnovatie ruimtelijke ontwikkeling, leidt als onderzoekscoördinator het team dat de commissie Duivesteijn bijstaat. Hij is aanwezig tijdens de hoorzittingen van de Tweede-Kamercommissie met de belangrijkste spelers van de Betuweroute en de HSL-lijn. Tot Prinsjesdag moet de faculteit het daarom even zonder decaan doen.

De rol van de Delftenaren ligt vooral in de voorbereiding van de rapportage die volgt op de hoorzittingen. Deze moet in november klaar zijn. Zij ontwikkelen een toetsingskader voor toekomstige grote infrastructuurprojecten. “Zodra de commissie dit toetsingskader heeft vastgesteld, zal ze het testen op de Zuiderzeelijn om de werking van het toetsingskader te illustreren”, vertelt Priemus desgevraagd. De Zuiderzeelijn is een hogesnelheidsverbinding tussen Groningen en Amsterdam waarvoor het kabinet al enkele miljarden euro heeft gereserveerd.

Volgens Priemus, die over de inhoudelijke kant van zijn klus geen mededelingen kan doen, is de belangrijkste vraag: wat leren we van de fouten die tijdens de besluitvoering over de Betuweroute en de HSL-lijn zijn gemaakt? Verder is het van belang dat in de toekomst de verantwoordelijkheid van de Tweede Kamer bij dit soort grote projecten wordt verduidelijkt. “Daarbij zijn niet alleen de kostenoverschrijdingen belangrijk, maar ook de besluitvorming inzake grote projecten in de volle breedte.”

Andere Delftse adviseurs van de commissie Duivesteijn zijn prof.mr.dr.Hans de Bruijn, prof.mr.dr. Ernst ten Heuvelhof, en universitair hoofddocenten dr. Martin de Jong en dr. Joop Koppenjan van de sectie beleidskunde/organisatie & management, en prof.dr. Bert van Wee die de sectie transport en logistieke organisatie leidt. (IL)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.