(De auteur is student scheikunde) Wel buitenlandse studenten willen aantrekken, maar ze niet helpen om te participeren in commissies, raden en besturen. Een Indiër bemerkte dat de TU onderscheid maakt naar nationaliteit.
Een internationale universiteit geeft niet alleen les aan buitenlandse studenten, maar laat ze ook integreren in de universiteit. De TU stimuleert wel dat er steeds meer studenten uit het buitenland naar Delft komen, maar ontmoedigt het participeren in de universiteit buiten de collegezaal. Krijgen doorsnee studenten een financiële tegemoetkoming voor de tijd die zij in commissies, raden en besturen stoppen, buitenlandse studenten zijn hiervan uitgesloten.
Als Indiër wil ik de westerse cultuur leren kennen. Dus toen ik naar Delft kwam heb ik mijn best gedaan om in de TU-cultuur te integreren. Na mijn eerste jaar studie wilde ik ook de andere aspecten van de universiteit ontdekken: ervaring opdoen in bestuurswerk, me daarin ontplooien en ideeën uitdragen. Komend jaar zit ik daarom in de studentenraad van WTM. Ik kom evenwel niet in aanmerking voor de afstudeermaanden die mijn collega’s in de raad wél krijgen.
Om in aanmerking te komen voor afstudeermaanden of bestuursbeurs moet een student recht hebben op studiefinanciering. Ik voorzie op een andere manier in mijn levensonderhoud en heb dus geen recht op geld van de universiteit. Tegemoetkoming is niet afhankelijk van je inzet, maar van je nationaliteit en buitenlanders moeten maar op eigen kosten zien deel te nemen.
Naar mijn mening moet het uitgeven van financiële steun berusten op twee criteria. De werkzaamheden van de student moeten positief bijdragen aan de universitaire gemeenschap en de persoon moet ingeschreven staan aan de TU Delft en dus collegegeld betalen.
Meer criteria
Helaas hanteert de TU meer criteria. De TU vindt dat je recht hebt op ondersteuning als je studiefinanciering krijgt. Als je je studie uit een andere bron moet financieren heb je geen recht op compensatie voor de in de universiteit gestoken tijd.
Universiteiten moeten volgens de wet regelingen treffen voor ondersteuning van studenten die vertraging oplopen door ziekte of bestuurswerk, en in de knoei komen met de studiefinanciering en de temponorm. Minister Ritzen geeft daarvoor jaarlijks een bedrag van meerdere miljoenen aan de TU, dat de universiteit volgens eigen regels mag verdelen. Niets houdt het college van bestuur dus tegen uit te gaan van de betrokkenheid van al haar studenten, in plaats van eenzijdig te kijken naar de studiefinancieringssituatie.
De studentenfractie van de Aag ageerde afgelopen jaar tegen het uitsluiten van buitenlandse studenten en hbo-doorstromers van de regeling, maar toch heeft het college de uitsluiting van buitenlandse studenten gehandhaafd. Een bewuste keuze.
Eén op de tien studenten aan de TU is buitenlander. Zij willen graag meedoen aan alle onderdelen van het universitaire leven; ook aan het bestuurs- en commissiewerk. Het kost mij ook geld als ik studievertraging oploop, en net als mijn medestudenten heb ik niet de financiële capaciteit om extra maanden op te vangen.
Terwijl het college van bestuur buitenlandse studenten negeert bij de vergoeding voor bestuurswerk, vergeet datzelfde cvb hen niet als het gaat om de inning van het collegegeld. Dat is voor studenten van niet-Nederlandse nationaliteit anderhalf keer zo hoog. De TU lijkt alleen geld te willen verdienen aan buitenlandse studenten en niet geïnteresseerd te zijn in hun verdere ontplooiing binnen de TU. Dit kortzichtige beleid neemt de aspiraties van een aanzienlijk deel van de studenten niet serieus en ondermijnt de ontwikkeling van de TU-gemeenschap.
Ik vind daarom dat de universiteit het beleid moet herformuleren. Elke student die studievertraging oploopt door zich in te zetten voor de universiteit moet een gelijke financiële tegemoetkoming krijgen, ongeacht of hij studiefinanciering krijgt. Aan een internationale universiteit wordt geen onderscheid gemaakt naar nationaliteit.
Wel buitenlandse studenten willen aantrekken, maar ze niet helpen om te participeren in commissies, raden en besturen. Een Indiër bemerkte dat de TU onderscheid maakt naar nationaliteit.
Een internationale universiteit geeft niet alleen les aan buitenlandse studenten, maar laat ze ook integreren in de universiteit. De TU stimuleert wel dat er steeds meer studenten uit het buitenland naar Delft komen, maar ontmoedigt het participeren in de universiteit buiten de collegezaal. Krijgen doorsnee studenten een financiële tegemoetkoming voor de tijd die zij in commissies, raden en besturen stoppen, buitenlandse studenten zijn hiervan uitgesloten.
Als Indiër wil ik de westerse cultuur leren kennen. Dus toen ik naar Delft kwam heb ik mijn best gedaan om in de TU-cultuur te integreren. Na mijn eerste jaar studie wilde ik ook de andere aspecten van de universiteit ontdekken: ervaring opdoen in bestuurswerk, me daarin ontplooien en ideeën uitdragen. Komend jaar zit ik daarom in de studentenraad van WTM. Ik kom evenwel niet in aanmerking voor de afstudeermaanden die mijn collega’s in de raad wél krijgen.
Om in aanmerking te komen voor afstudeermaanden of bestuursbeurs moet een student recht hebben op studiefinanciering. Ik voorzie op een andere manier in mijn levensonderhoud en heb dus geen recht op geld van de universiteit. Tegemoetkoming is niet afhankelijk van je inzet, maar van je nationaliteit en buitenlanders moeten maar op eigen kosten zien deel te nemen.
Naar mijn mening moet het uitgeven van financiële steun berusten op twee criteria. De werkzaamheden van de student moeten positief bijdragen aan de universitaire gemeenschap en de persoon moet ingeschreven staan aan de TU Delft en dus collegegeld betalen.
Meer criteria
Helaas hanteert de TU meer criteria. De TU vindt dat je recht hebt op ondersteuning als je studiefinanciering krijgt. Als je je studie uit een andere bron moet financieren heb je geen recht op compensatie voor de in de universiteit gestoken tijd.
Universiteiten moeten volgens de wet regelingen treffen voor ondersteuning van studenten die vertraging oplopen door ziekte of bestuurswerk, en in de knoei komen met de studiefinanciering en de temponorm. Minister Ritzen geeft daarvoor jaarlijks een bedrag van meerdere miljoenen aan de TU, dat de universiteit volgens eigen regels mag verdelen. Niets houdt het college van bestuur dus tegen uit te gaan van de betrokkenheid van al haar studenten, in plaats van eenzijdig te kijken naar de studiefinancieringssituatie.
De studentenfractie van de Aag ageerde afgelopen jaar tegen het uitsluiten van buitenlandse studenten en hbo-doorstromers van de regeling, maar toch heeft het college de uitsluiting van buitenlandse studenten gehandhaafd. Een bewuste keuze.
Eén op de tien studenten aan de TU is buitenlander. Zij willen graag meedoen aan alle onderdelen van het universitaire leven; ook aan het bestuurs- en commissiewerk. Het kost mij ook geld als ik studievertraging oploop, en net als mijn medestudenten heb ik niet de financiële capaciteit om extra maanden op te vangen.
Terwijl het college van bestuur buitenlandse studenten negeert bij de vergoeding voor bestuurswerk, vergeet datzelfde cvb hen niet als het gaat om de inning van het collegegeld. Dat is voor studenten van niet-Nederlandse nationaliteit anderhalf keer zo hoog. De TU lijkt alleen geld te willen verdienen aan buitenlandse studenten en niet geïnteresseerd te zijn in hun verdere ontplooiing binnen de TU. Dit kortzichtige beleid neemt de aspiraties van een aanzienlijk deel van de studenten niet serieus en ondermijnt de ontwikkeling van de TU-gemeenschap.
Ik vind daarom dat de universiteit het beleid moet herformuleren. Elke student die studievertraging oploopt door zich in te zetten voor de universiteit moet een gelijke financiële tegemoetkoming krijgen, ongeacht of hij studiefinanciering krijgt. Aan een internationale universiteit wordt geen onderscheid gemaakt naar nationaliteit.

Comments are closed.