De faculteitsraad en het bestuur van Technische Wiskunde en Informatica zijn er nog niet uit wèlke leerstoelen ze willen handhaven als de financiële situatie niet verbetert.
Wel zijn raad en bestuur het eens over het minimum aantal leerstoelen, acht voor Wiskunde en zes voor Informatica. Dat betekent een afname van tien leerstoelen sinds 1990. In het ergste geval kan dat leiden tot het verlies van dertig personeelsleden.
In het plan wordt voorgesteld de twee vakgroepen van Informatica tot één vakgroep terug te brengen. Het aantal leerstoelen zal van acht in 1990 tot in het ergste geval zes leerstoelen in 2002 terug moeten. Wiskunde gaat terug van drie naar twee vakgroepen (van zestien in 1990 tot minimaal acht leerstoelen in 2002).
TWI heeft sinds 1990 al drie leerstoelen opgeheven en zit nu op 21. Tot 2002 moeten er in het ongunstigste geval nog eens zeven leerstoelen weg en blijven veertien kernleerstoelen over. Als de studenteninstroom, het aantal promoties en het rendement zich in de komende jaren gunstig ontwikkelen, zijn dat er mogelijk zestien. Als meer financiële ruimte ontstaat kunnen extra toegevoegde leerstoelen gehandhaafd blijven.
Het bestuur heeft een schatting gemaakt van de gevolgen voor het personeel. Daarbij hanteert het voor de bezetting van een leerstoel het volgende model: één hoogleraar, anderhalf universitair hoofddocent, vier (bij Wiskunde) of tweeëneenhalf (bij Informatica) universitair docent en twee assistenten in opleiding. De verkregen minimumbezetting met veertien kernleerstoelen wordt vergeleken met de te verwachten bezetting op grond van het natuurlijk verloop. Daaruit blijkt dat er in het jaar 2002 in het somberste scenario dertig personeelsleden teveel zouden zijn.
De discussie in de raadsvergadering concentreerde zich op de informatica-leerstoelen. Er bestond onenigheid over de invulling van die leerstoelen. De huidige vakgroep technische informatica wil in ieder geval één leerstoel parallelle en gedistribueerde systemen (pgs) en één leerstoel informatiesystemen, terwijl de huidige vakgroep informatiesystemen geen pgs wil en twee leerstoelen informatiesystemen, één voor ontwerp en een voor beheer. De gemoederen liepen hoog op. De raad heeft besloten dat Informatica eerst zelf moet proberen tot overeenstemming te komen en als dat niet lukt, hakt de raad de knoop door.
Een ander belangrijke kritiekpunt op het plan is dat het wel heel gedetailleerd beschrijft hoe het onderzoek eruit moet zien, maar niet hoe het dienstverlenend onderwijs ingericht moet worden. Behalve over deze kwestie, had de raad met de plannen voor Wiskunde geen grote problemen. Op 10 maart wordt het ontwikkelingsplan opnieuw in de faculteitsraad besproken. Het bedrijfsplan, dat uit het ontwikkelingsplan moet ontstaan, loopt door deze extra bespreking wat vertraging op. (J.O.)
De faculteitsraad en het bestuur van Technische Wiskunde en Informatica zijn er nog niet uit wèlke leerstoelen ze willen handhaven als de financiële situatie niet verbetert. Wel zijn raad en bestuur het eens over het minimum aantal leerstoelen, acht voor Wiskunde en zes voor Informatica. Dat betekent een afname van tien leerstoelen sinds 1990. In het ergste geval kan dat leiden tot het verlies van dertig personeelsleden.
In het plan wordt voorgesteld de twee vakgroepen van Informatica tot één vakgroep terug te brengen. Het aantal leerstoelen zal van acht in 1990 tot in het ergste geval zes leerstoelen in 2002 terug moeten. Wiskunde gaat terug van drie naar twee vakgroepen (van zestien in 1990 tot minimaal acht leerstoelen in 2002).
TWI heeft sinds 1990 al drie leerstoelen opgeheven en zit nu op 21. Tot 2002 moeten er in het ongunstigste geval nog eens zeven leerstoelen weg en blijven veertien kernleerstoelen over. Als de studenteninstroom, het aantal promoties en het rendement zich in de komende jaren gunstig ontwikkelen, zijn dat er mogelijk zestien. Als meer financiële ruimte ontstaat kunnen extra toegevoegde leerstoelen gehandhaafd blijven.
Het bestuur heeft een schatting gemaakt van de gevolgen voor het personeel. Daarbij hanteert het voor de bezetting van een leerstoel het volgende model: één hoogleraar, anderhalf universitair hoofddocent, vier (bij Wiskunde) of tweeëneenhalf (bij Informatica) universitair docent en twee assistenten in opleiding. De verkregen minimumbezetting met veertien kernleerstoelen wordt vergeleken met de te verwachten bezetting op grond van het natuurlijk verloop. Daaruit blijkt dat er in het jaar 2002 in het somberste scenario dertig personeelsleden teveel zouden zijn.
De discussie in de raadsvergadering concentreerde zich op de informatica-leerstoelen. Er bestond onenigheid over de invulling van die leerstoelen. De huidige vakgroep technische informatica wil in ieder geval één leerstoel parallelle en gedistribueerde systemen (pgs) en één leerstoel informatiesystemen, terwijl de huidige vakgroep informatiesystemen geen pgs wil en twee leerstoelen informatiesystemen, één voor ontwerp en een voor beheer. De gemoederen liepen hoog op. De raad heeft besloten dat Informatica eerst zelf moet proberen tot overeenstemming te komen en als dat niet lukt, hakt de raad de knoop door.
Een ander belangrijke kritiekpunt op het plan is dat het wel heel gedetailleerd beschrijft hoe het onderzoek eruit moet zien, maar niet hoe het dienstverlenend onderwijs ingericht moet worden. Behalve over deze kwestie, had de raad met de plannen voor Wiskunde geen grote problemen. Op 10 maart wordt het ontwikkelingsplan opnieuw in de faculteitsraad besproken. Het bedrijfsplan, dat uit het ontwikkelingsplan moet ontstaan, loopt door deze extra bespreking wat vertraging op. (J.O.)
Comments are closed.