Campus

‘Uitbaggeren Maas zet weinig zoden aan de dijk’

Precies uitrekenen kan hij het niet, maar civielstudent Arthur Balsters vermoedt dat Rijkswaterstaat bruggen moet beschermen tegen een nieuwe baggermethode.

Arthur Balsters is duidelijk zenuwachtig voor zijn afstudeervoordracht. Het zweet druipt in kleine pareltjes van zijn voorhoofd. ,,Het is leuker als je kunt melden dat iets wel werkt”, vindt hij.

Maar uit zijn onderzoek kan Balsters geen andere conclusies trekken dan dat dingen niet werken. Het uitbaggeren van de Maas heeft waarschijnlijk weinig effect op de waterstand en is mogelijk zelfs gevaarlijk. En het computermodel waarmee hij de effecten onderzocht is niet erg nauwkeurig door de bijzondere samenstelling van de Maasbodem.

,,Er moest iets gebeuren nadat het hoge water in de winter van 1993 voor grote overlast zorgde in het stroomgebied van de Maas”, steekt Balsters van wal. ,,Eén van de manieren waarop Rijkswaterstaat de waterstanden wilde verlagen was het verdiepen van de bodem. Maar daarmee is in Nederland nog niet veel ervaring opgedaan. Om te kijken wat de gevolgen zijn van zo’n operatie heeft Rijkswaterstaat tussen de plaatsjes Gennep en Greve een proefgeul uitgebaggerd in de Maas. Zo konden ze ook aan de bevolking laten zien dat ze bezig waren, terwijl ze niet de uitkomst van een milieu-effectrapportage hoefden af te wachten.

Toen de geul was uitgebaggerd, begon voor Balsters het grote rekenen. Medewerkers van Rijkswaterstaat verzamelden de gegevens. Balsters heeft de Maas tijdens zijn stage niet gezien. ,,Mijn begeleider vertelde me dat ik het na vijf minuten wel zou hebben gezien. Terwijl ik een dag kwijt zou zijn, omdat de boot tussendoor niet meer aan wal komt.” In een kamer van het Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en afvalwaterzuivering ijkte Balsters het computermodel Sobek. Met behulp van de gemeten waarden voor het watertransport, de ruwheid van de bodem (Chézy) en zwevende modderdeeltjes, kan het model voorspellingen doen over het effect van de baggeroperatie.
Erosie

Toen begonnen de tegenslagen. ,,Doordat er zo diep was gebaggerd, kwam er een hele nieuwe bodemlaag bloot te liggen. In die laag zat veel fijner materiaal dan in de bovenste laag”, merkte Balsters. ,,De modellen die we tot nu toe gebruiken – dus ook Sobek – kunnen niet goed met die diversiteit overweg.” Balsters heeft het model daarom een paar scenario’s laten doorrekenen, met verschillende waarden voor de fijnheid van het materiaal.

,,Het helpt niet zo goed”, is de voorzichtige conclusie van Balsters. Geen van de scenario’s geeft een grote daling van de waterstand te zien. Wel vond hij veel erosie. ,,Dat is lastig. Want we weten niet goed waar dat zand weer neerslaat.” Een gedeelte van de geul slibt weer dicht. Een ander gedeelte zou verder kunnen uitschuren. Die ontwikkeling eist een zekerewaakzaamheid van Rijkswaterstaat. Balster ziet geen reden tot ongerustheid. ,,Als ze fundamenten van bruggen en dergelijke goed beschermen. En de geul goed onderhouden, dan is de methode op zich wel veilig.”

Arthur Balsters is duidelijk zenuwachtig voor zijn afstudeervoordracht. Het zweet druipt in kleine pareltjes van zijn voorhoofd. ,,Het is leuker als je kunt melden dat iets wel werkt”, vindt hij.

Maar uit zijn onderzoek kan Balsters geen andere conclusies trekken dan dat dingen niet werken. Het uitbaggeren van de Maas heeft waarschijnlijk weinig effect op de waterstand en is mogelijk zelfs gevaarlijk. En het computermodel waarmee hij de effecten onderzocht is niet erg nauwkeurig door de bijzondere samenstelling van de Maasbodem.

,,Er moest iets gebeuren nadat het hoge water in de winter van 1993 voor grote overlast zorgde in het stroomgebied van de Maas”, steekt Balsters van wal. ,,Eén van de manieren waarop Rijkswaterstaat de waterstanden wilde verlagen was het verdiepen van de bodem. Maar daarmee is in Nederland nog niet veel ervaring opgedaan. Om te kijken wat de gevolgen zijn van zo’n operatie heeft Rijkswaterstaat tussen de plaatsjes Gennep en Greve een proefgeul uitgebaggerd in de Maas. Zo konden ze ook aan de bevolking laten zien dat ze bezig waren, terwijl ze niet de uitkomst van een milieu-effectrapportage hoefden af te wachten.

Toen de geul was uitgebaggerd, begon voor Balsters het grote rekenen. Medewerkers van Rijkswaterstaat verzamelden de gegevens. Balsters heeft de Maas tijdens zijn stage niet gezien. ,,Mijn begeleider vertelde me dat ik het na vijf minuten wel zou hebben gezien. Terwijl ik een dag kwijt zou zijn, omdat de boot tussendoor niet meer aan wal komt.” In een kamer van het Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en afvalwaterzuivering ijkte Balsters het computermodel Sobek. Met behulp van de gemeten waarden voor het watertransport, de ruwheid van de bodem (Chézy) en zwevende modderdeeltjes, kan het model voorspellingen doen over het effect van de baggeroperatie.
Erosie

Toen begonnen de tegenslagen. ,,Doordat er zo diep was gebaggerd, kwam er een hele nieuwe bodemlaag bloot te liggen. In die laag zat veel fijner materiaal dan in de bovenste laag”, merkte Balsters. ,,De modellen die we tot nu toe gebruiken – dus ook Sobek – kunnen niet goed met die diversiteit overweg.” Balsters heeft het model daarom een paar scenario’s laten doorrekenen, met verschillende waarden voor de fijnheid van het materiaal.

,,Het helpt niet zo goed”, is de voorzichtige conclusie van Balsters. Geen van de scenario’s geeft een grote daling van de waterstand te zien. Wel vond hij veel erosie. ,,Dat is lastig. Want we weten niet goed waar dat zand weer neerslaat.” Een gedeelte van de geul slibt weer dicht. Een ander gedeelte zou verder kunnen uitschuren. Die ontwikkeling eist een zekerewaakzaamheid van Rijkswaterstaat. Balster ziet geen reden tot ongerustheid. ,,Als ze fundamenten van bruggen en dergelijke goed beschermen. En de geul goed onderhouden, dan is de methode op zich wel veilig.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.