De meningen van leidinggevenden en werknemers over verdere verkorting van arbeidsduur lopen nogal uiteen. Dat blijkt uit het rapport ‘Geen tijd om korter te werken?’, dat dinsdag aan collegelid Veenendaal werd overhandigd.
br />
1 Veenendaal (links) neemt het IVA-rapport in ontvangst
Er bestaat nogal wat weerstand onder leidinggevenden binnen de TU om de werkweek verder in te korten tot 36 uur. Zij zien hierin nóg een complicatie bij de toch al lastige processen van verandering die op dit moment gaande zijn. Bovendien staan zij sceptisch tegenover het argument dat arbeidsduurverkorting (adv) de werkgelegenheid ten goede zou komen. Werknemers juichen verdergaande adv daarentegen juist toe. Ondanks een ‘stuwmeer’ aan vrije dagen vindt de werknemer dat hij nog niet voldoende vrije tijd heeft.
Dat zijn de belangrijkste resultaten van een onderzoek dat het Tilburgse Instituut voor sociaal-wetenschappelijk beleidsonderzoek en advies (IVA) heeft uitgevoerd aan de TU. Het IVA kreeg in maart opdracht van het college van bestuur en het Overlegorgaan Personeelszaken (OP) te onderzoeken in hoeverre invoering van een 36-urige werkweek het behoud van werkgelegenheid zou kunnen betekenen. Dit met het oog op de op handen zijnde bezuinigingen en reorganisaties. Halverwege werd het onderzoek ingehaald door de praktijk: in de CAO-besprekingen werd afgesproken dat het onderwijs in 1998 terug zou gaan naar 36 uur. Met de onderzoeksresultaten over de verschillende adv-varianten loopt de TU dan ook ‘voor de muziek uit’.
De meningsverschillen tussen werknemers en leidinggevenden beperken zich niet tot de vraag óf er minder gewerkt moet worden. Ook over de manier waarop bestaan verschillende denkbeelden. Werknemers zien het liefst twaalf extra adv-dagen, naar eigen goeddunken op te nemen. Een andere aantrekkelijke optie blijkt één vrije dag per twee weken. De leiding vreest dat met name de vrijdag collectief vrijgenomen zal worden. Hierin zien zij te veel verstoring van het werkproces. Zij zien liever dat werknemers de extra dagen opsparen voor hun pensioen.
Overeenstemming vinden werkgevers en werknemers vooral op het gebied van de toename van werkdruk, bedrijfstijdverlenging en de goede voortgang van het werk. Ook met een betere registratie van de aanwezigheid kan iedereen akkoord gaan. Het college moet zich volgens de onderzoekers de komende tijd vooral afvragen hoe de resultaten van het onderzoek een rol van betekenis kunnen spelen in de reorganisaties en de bezuinigingen aan de TU.
(L.d.V.)
De meningen van leidinggevenden en werknemers over verdere verkorting van arbeidsduur lopen nogal uiteen. Dat blijkt uit het rapport ‘Geen tijd om korter te werken?’, dat dinsdag aan collegelid Veenendaal werd overhandigd.
1 Veenendaal (links) neemt het IVA-rapport in ontvangst
Er bestaat nogal wat weerstand onder leidinggevenden binnen de TU om de werkweek verder in te korten tot 36 uur. Zij zien hierin nóg een complicatie bij de toch al lastige processen van verandering die op dit moment gaande zijn. Bovendien staan zij sceptisch tegenover het argument dat arbeidsduurverkorting (adv) de werkgelegenheid ten goede zou komen. Werknemers juichen verdergaande adv daarentegen juist toe. Ondanks een ‘stuwmeer’ aan vrije dagen vindt de werknemer dat hij nog niet voldoende vrije tijd heeft.
Dat zijn de belangrijkste resultaten van een onderzoek dat het Tilburgse Instituut voor sociaal-wetenschappelijk beleidsonderzoek en advies (IVA) heeft uitgevoerd aan de TU. Het IVA kreeg in maart opdracht van het college van bestuur en het Overlegorgaan Personeelszaken (OP) te onderzoeken in hoeverre invoering van een 36-urige werkweek het behoud van werkgelegenheid zou kunnen betekenen. Dit met het oog op de op handen zijnde bezuinigingen en reorganisaties. Halverwege werd het onderzoek ingehaald door de praktijk: in de CAO-besprekingen werd afgesproken dat het onderwijs in 1998 terug zou gaan naar 36 uur. Met de onderzoeksresultaten over de verschillende adv-varianten loopt de TU dan ook ‘voor de muziek uit’.
De meningsverschillen tussen werknemers en leidinggevenden beperken zich niet tot de vraag óf er minder gewerkt moet worden. Ook over de manier waarop bestaan verschillende denkbeelden. Werknemers zien het liefst twaalf extra adv-dagen, naar eigen goeddunken op te nemen. Een andere aantrekkelijke optie blijkt één vrije dag per twee weken. De leiding vreest dat met name de vrijdag collectief vrijgenomen zal worden. Hierin zien zij te veel verstoring van het werkproces. Zij zien liever dat werknemers de extra dagen opsparen voor hun pensioen.
Overeenstemming vinden werkgevers en werknemers vooral op het gebied van de toename van werkdruk, bedrijfstijdverlenging en de goede voortgang van het werk. Ook met een betere registratie van de aanwezigheid kan iedereen akkoord gaan. Het college moet zich volgens de onderzoekers de komende tijd vooral afvragen hoe de resultaten van het onderzoek een rol van betekenis kunnen spelen in de reorganisaties en de bezuinigingen aan de TU.
(L.d.V.)

Comments are closed.