Dat zie je nou zelden: een dik avonturenboek met een ingenieur als hoofdpersoon. Maar dit jaar kunnen we er eentje meenemen in de vakantiebagage.
We hebben dat te danken aan de Amerikaanse film- en televisieacteur John Griesemer (1947). Tussen de acteerklussen door schrijft hij lijvige, historische romans. Hij heeft er nu twee gepubliceerd. Zijn laatste, ‘Signaal en ruis’, werd in de Verenigde Staten welwillend ontvangen en in Duitsland zelfs een uitgesproken bestseller. Nu is het in het Nederlands verschenen.
John Griesemer is in veel opzichten de Amerikaanse pendant van de Nederlandse auteur Thomas Rosenboom. Beiden zijn gefascineerd door de tweede helft van de negentiende eeuw, de periode die goed beschouwd veel meer werd gekenmerkt door technologische revoluties dan de huidige. Beiden schrijven breed uitwaaierende verhalen over minder voor de hand liggende figuren die bij nader inzien een erg interessante persoonlijkheid hebben. De romanpersonages zijn meestal nauwkeurig gemodelleerd naar echte personen. Als het om min of meer bekende personen gaat, draven ze soms ook op onder hun eigen naam.
De twee auteurs hangen ook dezelfde vorm van ambachtelijkheid aan. Hun boeken hebben de degelijkheid, en het gewicht, van een goed gemaakt meubelstuk. De grondigheid van hun research, die zich vooral verraadt in de vele kleine details, roept terecht alom bewondering wakker. Hun ambities zijn eigenlijk nogal bescheiden: het gaat hun er niet in de eerste plaats om grote literatuur te schrijven, maar om de lezer waar voor zijn geld te geven. Die moet zich op verschillende niveaus amuseren. Als hij er nog het een en ander van opsteekt ook, is dat mooi meegenomen.
Het historische gegeven waarin Griesemer zijn tanden heeft gezet is dat van de eerste transatlantische telegraafkabel. Het leggen daarvan mislukte tussen 1857 en 1866 drie keer. Pas toen de door de legendarische ingenieur Brunel gebouwde ‘Great Eastern’ werd omgebouwd tot kabellegger, slaagde een vierde poging.
In een tijd waarin stoom en elektriciteit nog nieuwigheden waren, rubber nog niet bestond maar men alleen nog maar guttapercha kende, en zelfs het overleven van een gewone transatlantische overtocht allesbehalve vanzelfsprekend was, was de kabellegging een gigantische operatie. Hij trok over de hele wereld enorm veel publieke aandacht, niet onvergelijkbaar met de maanlanding ruim een eeuw later.
We volgen de gebeurtenissen vooral via de held van het boek, de Amerikaanse ingenieur in de metallurgie en elektrotechniek Chester Ludlow. De jeugdige Ludlow, die ontsproten is aan Griesemers fantasie maar gemodelleerd lijkt naar de echte Charles Bright, is niet alleen een technisch duivelskunstenaar, hij is ook in andere opzichten een succesnummer. Met zijn aantrekkingskracht en charisma weet hij niet alleen beleggers over de streep te krijgen, maar is hij ook onweerstaanbaar voor vrouwen. Van het een komt het ander; zo is ‘Signaal en ruis’ niet alleen een epos over een technisch huzarenstuk, maar ook een roman over liefde, seks en dood. Door het invoegen van een hele episode over de Amerikaanse Burgeroorlog komen daar ook nog oorlog en vrede bij.
Chesters echtgenote Franny belichaamt een heel ander aspect van de late negentiende eeuw: de hoge vlucht die het spiritisme nam. Franny blijkt zo begaafd op het gebied van het occulte dat ze bij Lincoln in het Witte Huis wordt uitgenodigd (de moord op hem in 1865 maken we ook mee). Zo kan het gebeuren dat Chester midden op de stormachtige Atlantische Oceaan probeert twee continenten met elkaar in contact te brengen, terwijl Franny contact tracht te maken met het hiernamaals.
Hoewel John Griesemer soms in een adem wordt genoemd met recente Amerikaanse ontdekkingen zoals Jonathan Franzen, hoort ‘Signaal en ruis’ niet echt bij de ‘grote’ literatuur. Daarvoor is de vorm te conventioneel en de opbouw te onevenwichtig. Zo zou de roman sterker zijn zonder de hele episode uit de Amerikaanse Burgeroorlog. Het neemt niet weg dat het lastig is de ruim zevenhonderd pagina’s weg te leggen als je er eenmaal aan bent begonnen. ‘Meeslepend’ is daarvoor de enig juiste uitdrukking. Griesemer gaat een grote toekomst tegemoet als bestsellerauteur.
Kortom, wie ook onder de zomerzon een band met het ingenieursvak wil houden, steke onverwijld Griesemers ‘Signaal en ruis’ in de vakantiebagage. Onderhoudend zonder te veel aan inspanning te vergen, en het heeft nog een happy end ook.
John Griesemer: Signaal en ruis. De Geus, Breda 2005. ISBN: 9 0445 0528 9. 734 p., € 29,90.
We hebben dat te danken aan de Amerikaanse film- en televisieacteur John Griesemer (1947). Tussen de acteerklussen door schrijft hij lijvige, historische romans. Hij heeft er nu twee gepubliceerd. Zijn laatste, ‘Signaal en ruis’, werd in de Verenigde Staten welwillend ontvangen en in Duitsland zelfs een uitgesproken bestseller. Nu is het in het Nederlands verschenen.
John Griesemer is in veel opzichten de Amerikaanse pendant van de Nederlandse auteur Thomas Rosenboom. Beiden zijn gefascineerd door de tweede helft van de negentiende eeuw, de periode die goed beschouwd veel meer werd gekenmerkt door technologische revoluties dan de huidige. Beiden schrijven breed uitwaaierende verhalen over minder voor de hand liggende figuren die bij nader inzien een erg interessante persoonlijkheid hebben. De romanpersonages zijn meestal nauwkeurig gemodelleerd naar echte personen. Als het om min of meer bekende personen gaat, draven ze soms ook op onder hun eigen naam.
De twee auteurs hangen ook dezelfde vorm van ambachtelijkheid aan. Hun boeken hebben de degelijkheid, en het gewicht, van een goed gemaakt meubelstuk. De grondigheid van hun research, die zich vooral verraadt in de vele kleine details, roept terecht alom bewondering wakker. Hun ambities zijn eigenlijk nogal bescheiden: het gaat hun er niet in de eerste plaats om grote literatuur te schrijven, maar om de lezer waar voor zijn geld te geven. Die moet zich op verschillende niveaus amuseren. Als hij er nog het een en ander van opsteekt ook, is dat mooi meegenomen.
Het historische gegeven waarin Griesemer zijn tanden heeft gezet is dat van de eerste transatlantische telegraafkabel. Het leggen daarvan mislukte tussen 1857 en 1866 drie keer. Pas toen de door de legendarische ingenieur Brunel gebouwde ‘Great Eastern’ werd omgebouwd tot kabellegger, slaagde een vierde poging.
In een tijd waarin stoom en elektriciteit nog nieuwigheden waren, rubber nog niet bestond maar men alleen nog maar guttapercha kende, en zelfs het overleven van een gewone transatlantische overtocht allesbehalve vanzelfsprekend was, was de kabellegging een gigantische operatie. Hij trok over de hele wereld enorm veel publieke aandacht, niet onvergelijkbaar met de maanlanding ruim een eeuw later.
We volgen de gebeurtenissen vooral via de held van het boek, de Amerikaanse ingenieur in de metallurgie en elektrotechniek Chester Ludlow. De jeugdige Ludlow, die ontsproten is aan Griesemers fantasie maar gemodelleerd lijkt naar de echte Charles Bright, is niet alleen een technisch duivelskunstenaar, hij is ook in andere opzichten een succesnummer. Met zijn aantrekkingskracht en charisma weet hij niet alleen beleggers over de streep te krijgen, maar is hij ook onweerstaanbaar voor vrouwen. Van het een komt het ander; zo is ‘Signaal en ruis’ niet alleen een epos over een technisch huzarenstuk, maar ook een roman over liefde, seks en dood. Door het invoegen van een hele episode over de Amerikaanse Burgeroorlog komen daar ook nog oorlog en vrede bij.
Chesters echtgenote Franny belichaamt een heel ander aspect van de late negentiende eeuw: de hoge vlucht die het spiritisme nam. Franny blijkt zo begaafd op het gebied van het occulte dat ze bij Lincoln in het Witte Huis wordt uitgenodigd (de moord op hem in 1865 maken we ook mee). Zo kan het gebeuren dat Chester midden op de stormachtige Atlantische Oceaan probeert twee continenten met elkaar in contact te brengen, terwijl Franny contact tracht te maken met het hiernamaals.
Hoewel John Griesemer soms in een adem wordt genoemd met recente Amerikaanse ontdekkingen zoals Jonathan Franzen, hoort ‘Signaal en ruis’ niet echt bij de ‘grote’ literatuur. Daarvoor is de vorm te conventioneel en de opbouw te onevenwichtig. Zo zou de roman sterker zijn zonder de hele episode uit de Amerikaanse Burgeroorlog. Het neemt niet weg dat het lastig is de ruim zevenhonderd pagina’s weg te leggen als je er eenmaal aan bent begonnen. ‘Meeslepend’ is daarvoor de enig juiste uitdrukking. Griesemer gaat een grote toekomst tegemoet als bestsellerauteur.
Kortom, wie ook onder de zomerzon een band met het ingenieursvak wil houden, steke onverwijld Griesemers ‘Signaal en ruis’ in de vakantiebagage. Onderhoudend zonder te veel aan inspanning te vergen, en het heeft nog een happy end ook.
John Griesemer: Signaal en ruis. De Geus, Breda 2005. ISBN: 9 0445 0528 9. 734 p., € 29,90.

Comments are closed.