Opinion

Verdeelmodel discrimineert niet

De heer Maas van de faculteit Technische Aardwetenschappen stelde onlangs in Delta dat de derde geldstroom wordt gediscrimineerd in het allocatiemodel met de door de BTA voorgestelde nieuwe weegfactoren voor onderzoeksproducten.

br />
In het gegeven voorbeeld wordt over het hoofd gezien dat over alle producten gemiddeld het aantal punten daalt voor de hele TU. Een eerste voorlopige berekening laat zien dat het voor de producten uit het wetenschappelijk verslag 1995 om een daling van 35 procent gaat.

Dat betekent dat de door Maas genoemde zestig procent met de inflatie- (hier nu deflatie-)factor uit het model genormeerd slechts met circa 25 procent daalt. Bovendien zal een conference paper van meer dan drie pagina’s op basis van paginanummering tot anderhalf punt of zelfs drie punten leiden, het effect voor het voorbeeld is daardoor beperkt.

Voor de derde geldstroom is het ook slechst één voorbeeld. In veel gevallen zijn aio’s en twaio’s aangesteld op derde- geldstroomprojecten die een meer vernieuwend karakter hebben. Dat wordt dan nog steeds met de promotie-/ontwerperspremie gewaardeerd. Deze premie blijft op tien punten, waardoor relatief de waarde met ruim 35 procent toeneemt. Als het om echte researchsamenwerking gaat, zoals Maas stelt, en niet om routine-opdrachten is er geen achteruitgang door de BTA voorstellen te verwachten.

Prof.ir. C.J. Hoogendoorn,
Voorzitter BTA

De heer Maas van de faculteit Technische Aardwetenschappen stelde onlangs in Delta dat de derde geldstroom wordt gediscrimineerd in het allocatiemodel met de door de BTA voorgestelde nieuwe weegfactoren voor onderzoeksproducten.

In het gegeven voorbeeld wordt over het hoofd gezien dat over alle producten gemiddeld het aantal punten daalt voor de hele TU. Een eerste voorlopige berekening laat zien dat het voor de producten uit het wetenschappelijk verslag 1995 om een daling van 35 procent gaat.

Dat betekent dat de door Maas genoemde zestig procent met de inflatie- (hier nu deflatie-)factor uit het model genormeerd slechts met circa 25 procent daalt. Bovendien zal een conference paper van meer dan drie pagina’s op basis van paginanummering tot anderhalf punt of zelfs drie punten leiden, het effect voor het voorbeeld is daardoor beperkt.

Voor de derde geldstroom is het ook slechst één voorbeeld. In veel gevallen zijn aio’s en twaio’s aangesteld op derde- geldstroomprojecten die een meer vernieuwend karakter hebben. Dat wordt dan nog steeds met de promotie-/ontwerperspremie gewaardeerd. Deze premie blijft op tien punten, waardoor relatief de waarde met ruim 35 procent toeneemt. Als het om echte researchsamenwerking gaat, zoals Maas stelt, en niet om routine-opdrachten is er geen achteruitgang door de BTA voorstellen te verwachten.

Prof.ir. C.J. Hoogendoorn,
Voorzitter BTA

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.