Science

‘Waterbeleid heeft techniek nodig’

Technisch onderzoek moet een actievere rol krijgen in het waterbeleid, volgens de nieuwe professor waterhuishouding prof.dr.ir. Nick van de Giesen.

Van de Giesen bracht vijftien jaar in het buitenland door, waar hij onder andere promoveerde. Eenmaal terug in Nederland kijkt de nieuwe hoogleraar waterhuishouding bij Civiele Techniek en Geowetenschappen met verwondering naar de ontwikkelingen in de Nederlandse waterbeheersing. De positieve rol die techniek kan spelen bij veranderingen in het waterbeheer, wordt over het hoofd gezien, vindt hij. Van de Giesen pleitte daarom woensdag in zijn intreerede voor een grotere beleidsondersteunende rol van het technisch onderzoek.

Met zevenmijlslaarzen liep Van de Giesen tijdens zijn intreerede langs de mijlpalen van de Nederlandse geschiedenis van het waterbeheer. Van de sluiting van de Westfriese omringdijk rond 1250, via de droogmakerijen en stoomgemalen naar de Zuiderzeewerken. Hij legde uit dat de druk op het watersysteem, door processen als bodemdaling en bevolkingsgroei, in eerste instantie altijd werd opgevangen door technologische vernieuwingen. Met het niet voltooien van de inpolderingsplannen van het Markermeer, was de technische ontwikkeling voor het eerst niet meer de drijvende kracht achter de ontwikkelingen in het waterbeheer.

Van de Giesen: “We zijn te ver doorgeslagen in het bestuurlijke proces.” Als voorbeeld geeft hij de werknormen voor wateroverlast zoals die in het huidige Nationaal Bestuursakkoord Water staan. Deze normen zijn een simpel rijtje voor grasland, akkerland of bebouwd gebied, met hoe diep het grondwater minimaal onder de grond moet blijven om geen waterschade te hebben. Wat volledig ontbreekt is een afweging tussen kosten en baten. Van de Giesen: “Met de huidige rekentechnieken kunnen wij redelijk eenvoudig kosten-batenanalyses maken, om zulke getallen te onderbouwen.” Hij doelt niet op ingewikkelde computermodellen die als een soort technocratisch orakel een optimaal maatregelenpakket opleggen, maar geeft als voorbeeld een interactieve risicokaart. Daarmee is bij het zoeken naar nieuwbouwlocaties in een oogopslag duidelijk waar de meeste waterschade te verwachten is, zodat misschien beter voor een andere locatie gekozen kan worden. Veranderingen kunnen eenvoudig met de computer worden doorgevoerd, en zo kan voor elke locatie naar de beste oplossing worden gezocht.

Nederland gaat de komende tien jaar ongeveer twaalf miljard euro uitgeven aan de uitvoering van het Nationaal Bestuursakkoord Water. Van de Giesen: “Ik vind dat we de beslissingen met cijfers en analyses moeten onderbouwen. Ik kijk uit naar de rol die het waterbeheersonderzoek daarin gaat spelen.” (IdB)

Van de Giesen bracht vijftien jaar in het buitenland door, waar hij onder andere promoveerde. Eenmaal terug in Nederland kijkt de nieuwe hoogleraar waterhuishouding bij Civiele Techniek en Geowetenschappen met verwondering naar de ontwikkelingen in de Nederlandse waterbeheersing. De positieve rol die techniek kan spelen bij veranderingen in het waterbeheer, wordt over het hoofd gezien, vindt hij. Van de Giesen pleitte daarom woensdag in zijn intreerede voor een grotere beleidsondersteunende rol van het technisch onderzoek.

Met zevenmijlslaarzen liep Van de Giesen tijdens zijn intreerede langs de mijlpalen van de Nederlandse geschiedenis van het waterbeheer. Van de sluiting van de Westfriese omringdijk rond 1250, via de droogmakerijen en stoomgemalen naar de Zuiderzeewerken. Hij legde uit dat de druk op het watersysteem, door processen als bodemdaling en bevolkingsgroei, in eerste instantie altijd werd opgevangen door technologische vernieuwingen. Met het niet voltooien van de inpolderingsplannen van het Markermeer, was de technische ontwikkeling voor het eerst niet meer de drijvende kracht achter de ontwikkelingen in het waterbeheer.

Van de Giesen: “We zijn te ver doorgeslagen in het bestuurlijke proces.” Als voorbeeld geeft hij de werknormen voor wateroverlast zoals die in het huidige Nationaal Bestuursakkoord Water staan. Deze normen zijn een simpel rijtje voor grasland, akkerland of bebouwd gebied, met hoe diep het grondwater minimaal onder de grond moet blijven om geen waterschade te hebben. Wat volledig ontbreekt is een afweging tussen kosten en baten. Van de Giesen: “Met de huidige rekentechnieken kunnen wij redelijk eenvoudig kosten-batenanalyses maken, om zulke getallen te onderbouwen.” Hij doelt niet op ingewikkelde computermodellen die als een soort technocratisch orakel een optimaal maatregelenpakket opleggen, maar geeft als voorbeeld een interactieve risicokaart. Daarmee is bij het zoeken naar nieuwbouwlocaties in een oogopslag duidelijk waar de meeste waterschade te verwachten is, zodat misschien beter voor een andere locatie gekozen kan worden. Veranderingen kunnen eenvoudig met de computer worden doorgevoerd, en zo kan voor elke locatie naar de beste oplossing worden gezocht.

Nederland gaat de komende tien jaar ongeveer twaalf miljard euro uitgeven aan de uitvoering van het Nationaal Bestuursakkoord Water. Van de Giesen: “Ik vind dat we de beslissingen met cijfers en analyses moeten onderbouwen. Ik kijk uit naar de rol die het waterbeheersonderzoek daarin gaat spelen.” (IdB)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.