Science

Wetenschap met een clownsneus

Koude billen op te harde, wiebelige banken in een tochtige circustent. Leeuwen in de piste en een dikke circusdirecteur met een directiestokje. Het beeld van het circus uit je jeugd, is voor de meeste mensen anno 2013 onveranderd.

En dat terwijl er in werkelijkheid een transformatie gaande is. Daar horen passende huisvesting én een denkslag bij. Die hoopt bouwkundig ingenieur Anne Schaap met haar afstudeeronderzoek te realiseren.


Onderzoek: ‘Komt dat zien – het circus is in de stad’


‘Eindcijfer:8.5


Eerst was er het circus, toen pas de bouwkunde. Anne Schaap (25) speelt al in de piste sinds ze leerplichtig is. Niet als kind uit een reizende circusfamilie – al bestaan die ook nog steeds – maar gewoon als meisje uit een warm woonhuis, met één grote passie. Nog altijd treedt ze op met haar eigen circusgroep De Paraplu. Ze jongleert, gooit over, bouwt levende piramides en geeft sinds haar achttiende les op de Rotterdamse circusschool Circus Rotjeknor. En passant volgde ze een studie bouwkunde. Dat ze met haar circusopleiding vervolgens tegen grenzen aanliep die ze met haar bouwkundestudie zou kunnen oplossen, kán geen toeval zijn. Haar afstudeeronderzoek was dan ook een inkoppertje.


 


“Het circus verandert”, zegt Schaap. “Het wordt niet meer alleen van generatie op generatie overgedragen binnen één familie, mensen kiezen nu ook zelf voor een circusartiestenbestaan.” Naast het traditionele circus – tegenwoordig vaak al zonder de wilde dieren – is een circustheaterstroming ontstaan, iets waar hbo-circusopleidingen Codarts en Fontys en jeugdcircussen gretig op inspringen. En die trekken geen nomadenvolk, dus is vaste huisvesting in de stad noodzakelijk. Schaap: “Circus Rotjeknor en Codarts hadden beiden een gebouw, maar Codarts zou niet meer geaccrediteerd worden als de huisvesting niet zou verbeteren. Er is al jaren vraag naar een gezamenlijk gebouw, en ik vond dat die huisvesting hoe dan ook meer een icoon moest zijn. Ik wilde het circus met de stad verbinden, en met de vestiging van een circusgebouw meteen een stadsgebied verbeteren.”


Ze koos voor het Rotterdamse Katen-drecht, pal tegen de Afrikaanderwijk, maar werd ingehaald door de actualiteit. “Circus Rotjeknor en Codarts Circus Arts kregen op dat moment net nieuwe huisvesting toegewezen in Fenixloods 2 op Katendrecht. Een tijdelijke locatie, dus heb ik voor mijn afstuderen het vervolg ontworpen.” De uitkomst: een ensemble van vier gebouwen rond een aantrekkelijk middengebied, waar voorstellingen gegeven kunnen worden. Elk van de gebouwen heeft daarnaast zijn eigen zaal, én ‘geoptimaliseerde neveninrichtingen’ als lokalen, toiletten en kleedkamers – maar wel met de warmte en het thuisgevoel van de traditionele circuscaravan. “Je krijgt het reizen natuurlijk nooit helemaal uit het circus. Maar mijn gebouw moet als thuisbasis dienen, en met zijn uitstraling mensen uit de stad naar zich toe lokken.”


Als het aan Schaap ligt, wordt Rotterdam dé circusstad van Nederland. “De basis ligt er al, met een jeugdcircus, de hbo-circusopleiding en een jaarlijks circusfestival.” Ze gelooft er heilig in dat het zover komt. “Doordat ik via bouwkunde ben afgestudeerd aan de Veldacademie, kon ik tijdens mijn afstuderen makkelijk in contact komen met de gemeente. De gebiedsmanager van Katendrecht, bijvoorbeeld.” Dat ze haar afstuderen in de praktijk kon uitvoeren, smaakt naar meer. “In Frankrijk bestaat een circusarchitect, met wie ik dolgraag zou willen werken. Er is nog zoveel te doen! Mijn onderzoek gaat de architectuurarchieven in. Maar voor de muziek- en theaterwetenschap valt ook veel te halen in het circus.” Circus anno 2013: van volksentertainment opeens ook een wetenschappelijke aangelegenheid. En dat is precies wat Schaap hoopte te bereiken.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.