Veel wetenschappers lijken hun roeping te zijn misgelopen. Dat bleek in ieder geval afgelopen zondag bij Geodesie en Mijnbouwkunde. In verband met de landelijke wetenschapsdag openden de faculteiten hun deuren voor het grote publiek.
Medewerkers en studenten deden een poging hun wetenschappelijke kennis over te dragen aan de leek. Volwassenen, maar vooral veel kinderen, keken en luisterden geboeid naar de presentaties of deden mee aan de verschillende proeven.
De practicumzaal van Geodesie was omgetoverd in een waar attractiepark. Allerlei verschillende proeven konden worden gedaan. Kinderen klommen op een aanrecht om langzaam een kolk water met wat druppels inkt rechtsom de gootsteen in te zien verdwijnen. Of op een stellage om twee ballen met een verschillend gewicht naar beneden te gooien, die tot hun verbazing tegelijkertijd de bodem raakte.
Een medewerker van de vakgroep fotogrammetrie benadrukte steeds weer het verschil tussen waarneming met het blote oog en ‘waarneming’ met infraroodlicht bij luchtfotografie. Hij probeerde een jongetje enthousiast te maken: ,,Wat stelt dat voor, moet je aan mij vragen. Ga maar lekker zitten, hier heb ik een beeld van Rotterdam op de computer en welk stukje is dat nu op die gewone kaart?” Voor zijn opstelling had hij twee rijen stoelen geplaatst waarop het publiek plaats kon nemen. Al snel was hij in gesprek met kinderen en ouders, en wist hij hen te boeien met zijn vakgebied. ,,Zo nu hebben jullie morgen op school wat te vertellen. Pas maar op, de satelliet heeft jullie ook in de gaten.”
Is zo’n wetenschapsdag nu leuk voor kinderen of voor papa’s en mamma’s? Ouders konden weer even ongegeneerd hun interesse tonen. In het ‘pretlab’ konden kinderen zelf haargel, een elektrospel, een draailicht of een mini-alarm maken. In de sterke cosmeticageur van de haargel zaten vaders met glimogen een mini-alarm te solderen omdat hun zoontje dat toch nog wat te ingewikkeld vond, en moeders stonden met veel plezier te timmeren.
Bij Mijnbouw konden kleine excursies worden gevolgd. Er was een route langs de verwerking van afval uit auto’s. Studenten lieten zien hoe verschillende soorten plastics, ook van bijvoorbeeld colaflessen en hun doppen, kunnen worden gescheiden. In de kelder van het gebouw was een mijn ingericht. Studenten in werkkleding en een helm met lampje leidden de bezoekers door de nagebootste donkere mijnschacht. Met een zakje stenen liep men vervolgens naar de machines waar de stenen werden gemalen en de bruikbare materialen werden uitgezocht.
Voor het gebouw leek het wel een beetje Koninginnedag. Een aantal mensen had zich laten inspireren door het thema ‘water en vuur’. Onder luidt trommelgeroffel werd in de zon met vuur gespuwd en gejongleerd.
,,Het is alleen jammer dat de wetenschapsdag maar één dag per jaar is”, vonden eigenlijk de meeste bezoekers. ,,Er is zo veel, dat je elke week wel naar zoiets toe zou willen.”
Veel wetenschappers lijken hun roeping te zijn misgelopen. Dat bleek in ieder geval afgelopen zondag bij Geodesie en Mijnbouwkunde. In verband met de landelijke wetenschapsdag openden de faculteiten hun deuren voor het grote publiek. Medewerkers en studenten deden een poging hun wetenschappelijke kennis over te dragen aan de leek. Volwassenen, maar vooral veel kinderen, keken en luisterden geboeid naar de presentaties of deden mee aan de verschillende proeven.
De practicumzaal van Geodesie was omgetoverd in een waar attractiepark. Allerlei verschillende proeven konden worden gedaan. Kinderen klommen op een aanrecht om langzaam een kolk water met wat druppels inkt rechtsom de gootsteen in te zien verdwijnen. Of op een stellage om twee ballen met een verschillend gewicht naar beneden te gooien, die tot hun verbazing tegelijkertijd de bodem raakte.
Een medewerker van de vakgroep fotogrammetrie benadrukte steeds weer het verschil tussen waarneming met het blote oog en ‘waarneming’ met infraroodlicht bij luchtfotografie. Hij probeerde een jongetje enthousiast te maken: ,,Wat stelt dat voor, moet je aan mij vragen. Ga maar lekker zitten, hier heb ik een beeld van Rotterdam op de computer en welk stukje is dat nu op die gewone kaart?” Voor zijn opstelling had hij twee rijen stoelen geplaatst waarop het publiek plaats kon nemen. Al snel was hij in gesprek met kinderen en ouders, en wist hij hen te boeien met zijn vakgebied. ,,Zo nu hebben jullie morgen op school wat te vertellen. Pas maar op, de satelliet heeft jullie ook in de gaten.”
Is zo’n wetenschapsdag nu leuk voor kinderen of voor papa’s en mamma’s? Ouders konden weer even ongegeneerd hun interesse tonen. In het ‘pretlab’ konden kinderen zelf haargel, een elektrospel, een draailicht of een mini-alarm maken. In de sterke cosmeticageur van de haargel zaten vaders met glimogen een mini-alarm te solderen omdat hun zoontje dat toch nog wat te ingewikkeld vond, en moeders stonden met veel plezier te timmeren.
Bij Mijnbouw konden kleine excursies worden gevolgd. Er was een route langs de verwerking van afval uit auto’s. Studenten lieten zien hoe verschillende soorten plastics, ook van bijvoorbeeld colaflessen en hun doppen, kunnen worden gescheiden. In de kelder van het gebouw was een mijn ingericht. Studenten in werkkleding en een helm met lampje leidden de bezoekers door de nagebootste donkere mijnschacht. Met een zakje stenen liep men vervolgens naar de machines waar de stenen werden gemalen en de bruikbare materialen werden uitgezocht.
Voor het gebouw leek het wel een beetje Koninginnedag. Een aantal mensen had zich laten inspireren door het thema ‘water en vuur’. Onder luidt trommelgeroffel werd in de zon met vuur gespuwd en gejongleerd.
,,Het is alleen jammer dat de wetenschapsdag maar één dag per jaar is”, vonden eigenlijk de meeste bezoekers. ,,Er is zo veel, dat je elke week wel naar zoiets toe zou willen.”

Comments are closed.