Education

‘Wij kunnen niet voorkomen dat mensen moeten afvloeien’

De medezeggenschapscommissie van de faculteit Scheikunde Technologie en Materiaalkunde is de meest actieve en de meest consistente binnen de TU, luidt de inkopper om de tongen los te maken.

,,Ja, dat horen wij natuurlijk graag”, reageert Louis Bakker, al sinds het begin mc-voorzitter bij STM. Dat begin was in 1985, toen een faculteit nog een afdeling heette, een pc een personeelscommissie was, de hogeschool zich collectief geneerde voor ‘de bestuurscrisis’ en inspraak iets was dat op alle fronten bevochten moest worden.

,,Laten we afspreken dat de TH Delft er over zeven jaar, bij zijn 150-jarig bestaan, heel wat florissanter bij ligt dan nu”, sprak een somber gestemde secretaris van de Technische Hogeschool, drs. P. Vuurens, in zijn nieuwjaarstoespraak in 1985. Het jaar daarvoor was een ,,absoluut dieptepunt” geweest, aldus Vuurens, want Hogeschoolraad en bestuurscollege hadden zo hardnekkig gesteggeld over een onderling ‘bestuurscontract’ dat de minister van onderwijs, Deetman, besloot de raad maar een tijdje op non-actief te stellen. Er heerste volgens de secretaris gebrek aan vertrouwen, moedeloosheid en defaitisme, en een slechtere start van de ‘professionele beheersorganisatie’ was nauwelijks denkbaar.

In dat klimaat vond de geboorte plaats van de medezeggenschapscommissies. Delft organiseerde als eerste universiteit in Nederland verkiezingen voor deze inspraakorganen voor personeelsleden in mei 1985. Mooi natuurlijk, zo’n primeur, maar het betekende ook dat in de mc’s elke bevoegdheid bevochten moest worden.

,,Het was héél vervelend, die begintijd”, zegt ‘veteraan-mc-voorzitter’ Bakker na enig nadenken. Hij probeert zichtbaar met terughoudendheid te reageren op vragen over de moeizame start. De mc-voorman wil niet persoonlijk worden, noemt geen namen, vermijdt elke schijn van natrappen en noemt naast negatieve zaken vooral ook de positieve kanten. Maar de manier waarop hij ‘vervelend’ zegt, spreekt boekdelen.

,,De eerste drieëneenhalf jaar onder de vorige beheerder hadden we een vechtsituatie, in plaats van een overlegsituatie. Toen zaten we ook midden in een reorganisatie; dat drukte een zwaar stempel natuurlijk. Aan het eind van elke vergadering hadden er twee een rooie kop, de beheerder en ik”, vertelt Bakker.

,,Hij gebruikte ook te pas en te onpas het argument dat hij gemandateerd was door het college van bestuur. ‘Ik móét dat doorvoeren van het cvb; het wordt mij ook maar opgelegd’, zei hij dan. Dat konden wij natuurlijk niet controleren, want we kregen ook niks op papier. Informatie werd bewust achter gehouden. We kregen stukjes voorgelezen uit zogenaamd vertrouwelijke stukken, maar die kregen we niet in handen. Dat moest dus ook bevochten worden. Toen hebben we nog eens een keer gevraagd: kunnen we de lijst van ingekomen post zien om aan te kruisen wat we willen hebben? Nou, toen kwam er een antwoord… daar waren geen woorden voor.”
Douwtje

,,Hij had ook de gewoonte om te pas en te onpas te roepen: ‘Dit gaat over een individuele zaak’ en daarover mag je als mc niet praten. Dat ging natuurlijk ontzettend wringen. Of het argument luidde dat iets een bestuurszaak was, en geen beheer, en dus niet onze bevoegdheid.” Schudt het hoofd: ,,Het was geen man voor overleg, onze vorige secretaris-beheerder. Om de tafel zitten met de medezeggenschapscommissie was een heilig moeten, maar hij was niet bereid echt met ons te discussiëren. Deed alles op zijn eigen houtje, had een onmetelijk dikke huid, plaatste je voor voldongen feiten, niet meer terug te draaien. Hij kon niet wennen aan het idee dat hij niet de enige was die aan de touwtjes trok, dat er ook nog een mc was. En de mensen om hem heen waren met dezelfde olie overgoten. Echt, écht vervelend, en dan druk ik me nog zacht uit.”

Bakker heeft nooit overwogen er in die periode mee op te houden. Dat de vraag gesteld wordt, lijkt hem te verbazen. ,,Ophouden? Néé, ik kan wel een douwtje hebben hoor. Als je daarvoor zwicht… We zijn door al die moeilijkheden ook sterker geworden. Ik heb nooit overwogen het bijltje erbij neer te gooien. Wij zijn als obp-ers op deze manier in staat ons steentje bij te dragen, en dat is waar we altijd naar gestreefd hebben.”

,,Toen de tussenafdeling Metaalkunde bij onze faculteit kwam, in 1987, en dus ook de twee mc’s samengevoegd werden, viel het wel op dat wij formeler te werk gingen. Bij Metaalkunde – nu dus Materiaalkunde – gingen ze met meer vertrouwen met elkaar om. Mondelinge afspraken hoefden daar niet schriftelijk bevestigd te worden. Dat deden wij wel. Alles schreven we op, verslagen, afspraken, agenda’s. Metaalkunde, dat was echt een andere cultuur, gemoedelijker.” Overigens is Bakker zelf enkele jaren geleden verhuisd van werkplek, van de Julianalaan naar Materiaalkunde; hij is daar fotograaf.
Poort

Met de komst van de nieuwe secretaris-beheerder veranderde de situatie volledig. Dat was ook niet verwonderlijk want Bakker zat zelf in de sollicitatiecommissie. ,,Hij zit er nou zo’n zeseneenhalf jaar en sinds die tijd zijn de dingen goed bespreekbaar. Natuurlijk zijn we het niet altijd eens met elkaar. Komen we niet tot overeenstemming, kunnen we het niet uitpraten, dan zetten we het ook op papier. Mensen zijn nu doordrongen van het belang van medezeggenschap. De secretaris-beheerder kan niet om ons heen.”

,,Er is natuurlijk wel een overduidelijke rode draad, sinds 1985. Reorganisatie. Dat komt steeds weer terug. We kunnen de krimp niet afwentelen, we kunnen niet voorkomen dat mensen moeten afvloeien, maar wel meepraten over hóé je de krimp invult en welke instrumenten je kunt inzetten om de pijn te verzachten. Wij hebben contact met de werkvloer en dragen van daaruit ideeën aan.”

,,Wij kunnen uiteraard nooit garanderen dat mensen die bij ons aankloppen, niet de poort uit gaan. Maar we kunnen wel zorgen dat het zo rechtvaardig mogelijk verloopt.” Wat dat betreft moet het Bakker van het hart dat de last in first out-regel die in voorgaande snoeioperaties is gebruikt, uiterstongelukkig is. ,,Dat is een noodmaatregel die erg onrechtvaardig uitpakt. Wij hebben daar nog steeds last van. Goede mensen moesten vertrekken en zijn daardoor ontzettend beschadigd. En verkeerde mensen zijn op de verkeerde plekken in dienst gebleven. Nee, ik hoop niet dat we die regeling in de toekomst nog een keer moeten gebruiken.”
Bijl

,,Er lijkt op dit moment ook weer heel wat op ons af te komen. STM krijgt te maken met het huurder-verhuurdermodel, de nieuwe geldverdeling over de faculteiten en daar bovenop misschien nog de 4,75 procent die het college van bestuur wil inhouden. Dat is allemaal zéér in ons nadeel. Als het doorgaat, zoals ze het voorspiegelen, krijgen we een mooie tik op onze kop.”

We hebben een plan om in de komende jaren de financiële tekorten in te lopen, zonder dat er mensen uit hoeven. Dat is nog in de faculteitsraad. En daar zitten deze kortingen nog niet in verwerkt. Mijn gevoel zegt: we zitten weer in een slechte situatie. Deze kortingen zijn niet op te hoesten zonder er flink de bijl in te zetten. Ik wil mensen niet ongerust maken maar als alles doorgaat, dan wordt het een verdomd vervelende situatie.”

,,We merken nu al dat er ongerustheid leeft onder personeelsleden. Mensen spreken ons aan of komen langs bij de mc-kamer. En je ziet het ook aan de grotere opkomst voor de faculteitsraadverkiezingen (Bakker is overigens voor de vierde keer herkozen als raadslid, red.) Dat betekent voor de mc dus extra werk.”

,,Ja, zo gaat dat. Je krijgt officieel honderd uur per jaar voor dit werk, maar dat betekent niet dat er een extra mannetje wordt ingezet om ter compensatie honderd uur voor je in te vallen. Je doet dit werk ook niet voor de aardigheid, maar echt van binnenuit. Je moet ook niet schromen om ‘s avonds niet naar de spreeuwenkast te gaan zitten kijken, maar stukken te gaan lezen.”


Louis Bakker: ,,Echt, écht vervelend, en dan druk ik me nog zacht uit”

De medezeggenschapscommissie van de faculteit Scheikunde Technologie en Materiaalkunde is de meest actieve en de meest consistente binnen de TU, luidt de inkopper om de tongen los te maken. ,,Ja, dat horen wij natuurlijk graag”, reageert Louis Bakker, al sinds het begin mc-voorzitter bij STM. Dat begin was in 1985, toen een faculteit nog een afdeling heette, een pc een personeelscommissie was, de hogeschool zich collectief geneerde voor ‘de bestuurscrisis’ en inspraak iets was dat op alle fronten bevochten moest worden.

,,Laten we afspreken dat de TH Delft er over zeven jaar, bij zijn 150-jarig bestaan, heel wat florissanter bij ligt dan nu”, sprak een somber gestemde secretaris van de Technische Hogeschool, drs. P. Vuurens, in zijn nieuwjaarstoespraak in 1985. Het jaar daarvoor was een ,,absoluut dieptepunt” geweest, aldus Vuurens, want Hogeschoolraad en bestuurscollege hadden zo hardnekkig gesteggeld over een onderling ‘bestuurscontract’ dat de minister van onderwijs, Deetman, besloot de raad maar een tijdje op non-actief te stellen. Er heerste volgens de secretaris gebrek aan vertrouwen, moedeloosheid en defaitisme, en een slechtere start van de ‘professionele beheersorganisatie’ was nauwelijks denkbaar.

In dat klimaat vond de geboorte plaats van de medezeggenschapscommissies. Delft organiseerde als eerste universiteit in Nederland verkiezingen voor deze inspraakorganen voor personeelsleden in mei 1985. Mooi natuurlijk, zo’n primeur, maar het betekende ook dat in de mc’s elke bevoegdheid bevochten moest worden.

,,Het was héél vervelend, die begintijd”, zegt ‘veteraan-mc-voorzitter’ Bakker na enig nadenken. Hij probeert zichtbaar met terughoudendheid te reageren op vragen over de moeizame start. De mc-voorman wil niet persoonlijk worden, noemt geen namen, vermijdt elke schijn van natrappen en noemt naast negatieve zaken vooral ook de positieve kanten. Maar de manier waarop hij ‘vervelend’ zegt, spreekt boekdelen.

,,De eerste drieëneenhalf jaar onder de vorige beheerder hadden we een vechtsituatie, in plaats van een overlegsituatie. Toen zaten we ook midden in een reorganisatie; dat drukte een zwaar stempel natuurlijk. Aan het eind van elke vergadering hadden er twee een rooie kop, de beheerder en ik”, vertelt Bakker.

,,Hij gebruikte ook te pas en te onpas het argument dat hij gemandateerd was door het college van bestuur. ‘Ik móét dat doorvoeren van het cvb; het wordt mij ook maar opgelegd’, zei hij dan. Dat konden wij natuurlijk niet controleren, want we kregen ook niks op papier. Informatie werd bewust achter gehouden. We kregen stukjes voorgelezen uit zogenaamd vertrouwelijke stukken, maar die kregen we niet in handen. Dat moest dus ook bevochten worden. Toen hebben we nog eens een keer gevraagd: kunnen we de lijst van ingekomen post zien om aan te kruisen wat we willen hebben? Nou, toen kwam er een antwoord… daar waren geen woorden voor.”
Douwtje

,,Hij had ook de gewoonte om te pas en te onpas te roepen: ‘Dit gaat over een individuele zaak’ en daarover mag je als mc niet praten. Dat ging natuurlijk ontzettend wringen. Of het argument luidde dat iets een bestuurszaak was, en geen beheer, en dus niet onze bevoegdheid.” Schudt het hoofd: ,,Het was geen man voor overleg, onze vorige secretaris-beheerder. Om de tafel zitten met de medezeggenschapscommissie was een heilig moeten, maar hij was niet bereid echt met ons te discussiëren. Deed alles op zijn eigen houtje, had een onmetelijk dikke huid, plaatste je voor voldongen feiten, niet meer terug te draaien. Hij kon niet wennen aan het idee dat hij niet de enige was die aan de touwtjes trok, dat er ook nog een mc was. En de mensen om hem heen waren met dezelfde olie overgoten. Echt, écht vervelend, en dan druk ik me nog zacht uit.”

Bakker heeft nooit overwogen er in die periode mee op te houden. Dat de vraag gesteld wordt, lijkt hem te verbazen. ,,Ophouden? Néé, ik kan wel een douwtje hebben hoor. Als je daarvoor zwicht… We zijn door al die moeilijkheden ook sterker geworden. Ik heb nooit overwogen het bijltje erbij neer te gooien. Wij zijn als obp-ers op deze manier in staat ons steentje bij te dragen, en dat is waar we altijd naar gestreefd hebben.”

,,Toen de tussenafdeling Metaalkunde bij onze faculteit kwam, in 1987, en dus ook de twee mc’s samengevoegd werden, viel het wel op dat wij formeler te werk gingen. Bij Metaalkunde – nu dus Materiaalkunde – gingen ze met meer vertrouwen met elkaar om. Mondelinge afspraken hoefden daar niet schriftelijk bevestigd te worden. Dat deden wij wel. Alles schreven we op, verslagen, afspraken, agenda’s. Metaalkunde, dat was echt een andere cultuur, gemoedelijker.” Overigens is Bakker zelf enkele jaren geleden verhuisd van werkplek, van de Julianalaan naar Materiaalkunde; hij is daar fotograaf.
Poort

Met de komst van de nieuwe secretaris-beheerder veranderde de situatie volledig. Dat was ook niet verwonderlijk want Bakker zat zelf in de sollicitatiecommissie. ,,Hij zit er nou zo’n zeseneenhalf jaar en sinds die tijd zijn de dingen goed bespreekbaar. Natuurlijk zijn we het niet altijd eens met elkaar. Komen we niet tot overeenstemming, kunnen we het niet uitpraten, dan zetten we het ook op papier. Mensen zijn nu doordrongen van het belang van medezeggenschap. De secretaris-beheerder kan niet om ons heen.”

,,Er is natuurlijk wel een overduidelijke rode draad, sinds 1985. Reorganisatie. Dat komt steeds weer terug. We kunnen de krimp niet afwentelen, we kunnen niet voorkomen dat mensen moeten afvloeien, maar wel meepraten over hóé je de krimp invult en welke instrumenten je kunt inzetten om de pijn te verzachten. Wij hebben contact met de werkvloer en dragen van daaruit ideeën aan.”

,,Wij kunnen uiteraard nooit garanderen dat mensen die bij ons aankloppen, niet de poort uit gaan. Maar we kunnen wel zorgen dat het zo rechtvaardig mogelijk verloopt.” Wat dat betreft moet het Bakker van het hart dat de last in first out-regel die in voorgaande snoeioperaties is gebruikt, uiterstongelukkig is. ,,Dat is een noodmaatregel die erg onrechtvaardig uitpakt. Wij hebben daar nog steeds last van. Goede mensen moesten vertrekken en zijn daardoor ontzettend beschadigd. En verkeerde mensen zijn op de verkeerde plekken in dienst gebleven. Nee, ik hoop niet dat we die regeling in de toekomst nog een keer moeten gebruiken.”
Bijl

,,Er lijkt op dit moment ook weer heel wat op ons af te komen. STM krijgt te maken met het huurder-verhuurdermodel, de nieuwe geldverdeling over de faculteiten en daar bovenop misschien nog de 4,75 procent die het college van bestuur wil inhouden. Dat is allemaal zéér in ons nadeel. Als het doorgaat, zoals ze het voorspiegelen, krijgen we een mooie tik op onze kop.”

We hebben een plan om in de komende jaren de financiële tekorten in te lopen, zonder dat er mensen uit hoeven. Dat is nog in de faculteitsraad. En daar zitten deze kortingen nog niet in verwerkt. Mijn gevoel zegt: we zitten weer in een slechte situatie. Deze kortingen zijn niet op te hoesten zonder er flink de bijl in te zetten. Ik wil mensen niet ongerust maken maar als alles doorgaat, dan wordt het een verdomd vervelende situatie.”

,,We merken nu al dat er ongerustheid leeft onder personeelsleden. Mensen spreken ons aan of komen langs bij de mc-kamer. En je ziet het ook aan de grotere opkomst voor de faculteitsraadverkiezingen (Bakker is overigens voor de vierde keer herkozen als raadslid, red.) Dat betekent voor de mc dus extra werk.”

,,Ja, zo gaat dat. Je krijgt officieel honderd uur per jaar voor dit werk, maar dat betekent niet dat er een extra mannetje wordt ingezet om ter compensatie honderd uur voor je in te vallen. Je doet dit werk ook niet voor de aardigheid, maar echt van binnenuit. Je moet ook niet schromen om ‘s avonds niet naar de spreeuwenkast te gaan zitten kijken, maar stukken te gaan lezen.”


Louis Bakker: ,,Echt, écht vervelend, en dan druk ik me nog zacht uit”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.