De HSL-brug over het Hollandsch Diep zou de snelle trein niet kunnen dragen en één van de pijlers zakt weg in de bodem.
De HSL-brug over het Hollandsch Diep is voor de tweede keer in opspraak. Een half jaar geleden berichtten klokkenluiders dat pijler 11 maar liefst 58 millimeter de bodem in was gezakt. Voor het HSL-projectbureau was dat geen reden tot paniek, maar wel aanleiding voor een belastingproef. Onlangs heeft een ingenieursbureau berekend dat de fundering niet sterk genoeg is voor het gewicht van de brug en de snelle trein. De ingenieurs van GeoDelft hebben daarom de fundering nogmaals doorgerekend en geconcludeerd dat de brug wel sterk genoeg is. Welke ingenieurs hebben gelijk?
“Waarschijnlijk allebei”, zegt prof.ir. Leo Wagemans van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen desgevraagd. “Hier is sprake van een verschil in inzicht. De rekenmethodes zijn namelijk niet eenduidig in dit vak. De rekenregels die zijn vastgelegd in de bouwvoorschriften (NEN-norm), zijn gebaseerd op de kennis van twintig jaar geleden. Voor nieuwe bouwmethodes moet je de bestaande rekenregels dus naar eigen inzicht toepassen. Dat vereist veel ervaring en deskundigheid. Het draagvermogen van funderingspalen komt enerzijds tot stand door de wrijving tussen de buiswand en de grond (wandwrijvingsvermogen) en anderzijds door de druk op het oppervlak van de paalpunt (puntdraagvermogen).”
De fundering van de HSL-brug bestaat uit holle buispalen met een diameter van drie meter. “Tijdens het aanbrengen van de funderingspaal wordt de grond samengedrukt en ontstaat een dichte grondprop onderin de buis”, vertelt Wagemans. “De holle paal gedraagt zich hierdoor als een dichte paal: er is sprake is van een puntdraagvermogen terwijl de paal dus geen punt heeft. Tot nu toe zijn in Nederland alleen buispalen toegepast met diameters tot twee meter. Je kunt je afvragen in welke mate bij deze grote buispalen nog steeds een prop wordt gevormd en in hoeverre je dus het puntdraagvermogen mag meetellen voor het totale draagvermogen.”
Daarnaast is de verhouding tussen de diameter en de lengte van de palen anders dan we gewend zijn, zegt Wagemans. “We weten niet precies wat daarvan de uitwerking op het draagvermogen is.”
Toch zegt Wagemans alle vertrouwen te hebben in de draagkracht van de buispalen. “De ontwerper heeft een reserveplan ingebouwd. De buispalen kunnen nog worden geïnjecteerd met grout (een soort cement), zodat de grond in de palen alsnog wordt verdicht.”
De zetting van pijler 11 bedraagt inmiddels zeven centimeter. “Geen probleem”, zegt Wagemans. “Dat is eenvoudig te compenseren. Dat zou voor mij alleen wel aanleiding zijn geweest om de belastingproef op a’lle pijlers uit te voeren. Het is namelijk heel vervelend als de ene pijler meer zakt dan de andere, omdat de brug dan vervormt. Dat gaat ten koste van het reiscomfort in de trein.” (IdB)
De HSL-brug over het Hollandsch Diep is voor de tweede keer in opspraak. Een half jaar geleden berichtten klokkenluiders dat pijler 11 maar liefst 58 millimeter de bodem in was gezakt. Voor het HSL-projectbureau was dat geen reden tot paniek, maar wel aanleiding voor een belastingproef. Onlangs heeft een ingenieursbureau berekend dat de fundering niet sterk genoeg is voor het gewicht van de brug en de snelle trein. De ingenieurs van GeoDelft hebben daarom de fundering nogmaals doorgerekend en geconcludeerd dat de brug wel sterk genoeg is. Welke ingenieurs hebben gelijk?
“Waarschijnlijk allebei”, zegt prof.ir. Leo Wagemans van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen desgevraagd. “Hier is sprake van een verschil in inzicht. De rekenmethodes zijn namelijk niet eenduidig in dit vak. De rekenregels die zijn vastgelegd in de bouwvoorschriften (NEN-norm), zijn gebaseerd op de kennis van twintig jaar geleden. Voor nieuwe bouwmethodes moet je de bestaande rekenregels dus naar eigen inzicht toepassen. Dat vereist veel ervaring en deskundigheid. Het draagvermogen van funderingspalen komt enerzijds tot stand door de wrijving tussen de buiswand en de grond (wandwrijvingsvermogen) en anderzijds door de druk op het oppervlak van de paalpunt (puntdraagvermogen).”
De fundering van de HSL-brug bestaat uit holle buispalen met een diameter van drie meter. “Tijdens het aanbrengen van de funderingspaal wordt de grond samengedrukt en ontstaat een dichte grondprop onderin de buis”, vertelt Wagemans. “De holle paal gedraagt zich hierdoor als een dichte paal: er is sprake is van een puntdraagvermogen terwijl de paal dus geen punt heeft. Tot nu toe zijn in Nederland alleen buispalen toegepast met diameters tot twee meter. Je kunt je afvragen in welke mate bij deze grote buispalen nog steeds een prop wordt gevormd en in hoeverre je dus het puntdraagvermogen mag meetellen voor het totale draagvermogen.”
Daarnaast is de verhouding tussen de diameter en de lengte van de palen anders dan we gewend zijn, zegt Wagemans. “We weten niet precies wat daarvan de uitwerking op het draagvermogen is.”
Toch zegt Wagemans alle vertrouwen te hebben in de draagkracht van de buispalen. “De ontwerper heeft een reserveplan ingebouwd. De buispalen kunnen nog worden geïnjecteerd met grout (een soort cement), zodat de grond in de palen alsnog wordt verdicht.”
De zetting van pijler 11 bedraagt inmiddels zeven centimeter. “Geen probleem”, zegt Wagemans. “Dat is eenvoudig te compenseren. Dat zou voor mij alleen wel aanleiding zijn geweest om de belastingproef op a’lle pijlers uit te voeren. Het is namelijk heel vervelend als de ene pijler meer zakt dan de andere, omdat de brug dan vervormt. Dat gaat ten koste van het reiscomfort in de trein.” (IdB)

Comments are closed.